Momenteel ben ik nog dit boek aan het schrijven, maar hier is alvast het gedeelte dat ik tit nu toe geschreven heb.

Hoofdstuk 1 – Papa


“Marco sleurde de dekens over zijn hoofd en probeerde het gezoem in zijn oren te negeren. De herinnering aan Marcels woorden brandde als een vuur in zijn hoofd. Hij was zijn kamer binnen gestormd en de deur met een klap dichtgegooid. Nu lag hij hier, luisterend naar het getik van de regen op het dak, terwijl hij probeerde zijn woede te bedwingen.”

“Je speelt vals!” Schreeuwde Marcel. “Die shuttle was absoluut in. Dat is een punt voor mij en niet voor jou sukkel.”

“Echt niet! hij was echt ruim buiten de lijn.” Probeerde Marco nog enigszins beheerst te reageren.

“Loser, je kunt gewoon niet tegen je verlies. Je bent al net zo een sukkel als die Pa van je. Die kon niet eens normaal fietsen.”

De beheerstheid was weg, en had direct plaats gemaakt voor enorme woede. Niemand had zo maar over zijn vader te spreken. Marco gooide zijn racket op de grond en stormde het gymlokaal uit. In de kleedkamer smeet hij zijn gymtas woest op een bankje, kleedde zich om. Zijn hart bonkte in zijn oren. Hoe durfde Marcel? Zijn vader was dood. Hij miste hem elke dag. En nu werd hij belachelijk gemaakt. Woede, verdriet en eenzaamheid mengden zich in zijn borst. Nu wilde hij gewoon alleen zijn.

De rest van de leerlingen volgde ook al snel de kleedruimte in, omdat de les ook was afgelopen.

“Eikel!”, Riep marco nog na toen hij de deur van de kleedkamer achter zich dicht smeet.

De rest van de schooldag voelde hij zich helemaal leeg, en kon zich niet goed meer concentreren. Juf had het wel opgemerkt, maar Marco wilde niet vertellen wat er gebeurd was.

Toen hij na school als eerste was thuis gekomen is hij direct door gestormd naar zijn kamer om even alleen te zijn, weg van alle drukte en gedoe. Marco luisterde graag muziek, en meestal als hij geïrriteerd of verdrietig was maakte dat hem weer rustig. Hij was bijna in slaap gesust.

Op dat moment riep zijn moeder van beneden: “Marco, Vera komen jullie eten?”

Marco ging weer recht op zitten en deed nog een diepe zucht waarmee hij het laatste beetje boosheid en verdriet weg blies. Met grote stappen rende hij de trap af en bij de laatste stappen kon hij net de hond Max omzeilen, voordat hij met een sprong op het zeil in de gang landde. De moeder van Marco, Tessa, zette net een hele grote geurig dampende pan met spaghetti op de keukentafel terwijl Marco en zijn tweelingzus Vera aan tafel aanschoven.

Tessa nam de deksel van de pan, en schepte op elk bord een royale portie spaghetti en zette deze voor de kinderen en zichzelf neer.

“Mam?”, vroeg Vera net voor ze de eerste hete hap in haar mond stak. “Gaan we nog op vakantie in de zomer?” Ze keek naar de vakantiefolder op tafel.

“Ik heb op mijn werk nog geen vakantie verlof opgenomen lieverd,” antwoordde Tessa. “Maar waar wil je dan heen? Wat wil je dan gaan doen?”

“Nou ja, gewoon weer eens kamperen met de tent of zo,” antwoordde Vera. “Zoals we dat vroeger ook met papa deden. Naar Spanje of Frankrijk met de auto. Een mooie camping opzoeken of een gezellig huisje met een groot zwembad, of aan zee of zo.”

Marco knikte instemmend met volle mond.

“We zijn sinds papa overleed niet meer echt weggeweest, hè?” Vera keek op naar haar moeder. “Misschien… misschien moeten we nu gewoon wel gaan. Zonder papa.” Ze glimlachte. “In ons hart gaat hij toch mee.”

Tessa was een beetje verrast en geraakt door de laatste opmerking van Vera, maar ze wist in haar hart ook wel dat het klopte wat ze zei.

“Eigenlijk heb je ook wel gelijk.” gaf ze toe. “We moeten met zijn drieën ook op vakantie kunnen. Ik weet nog niet of ik ook vrij kan krijgen op mijn werk, Ik ga proberen drie weken verlof op te nemen in de zomervakantie om met jullie weg te kunnen gaan. Ik heb nog genoeg vrije dagen over, dus ik ga ervan uit dat het wel moet lukken.”

“Jullie gaan samen kijken waar jullie heen willen en wat jullie willen doen.” zei Tessa. “Ik wil niet alleen maar op het strand liggen of aan een zwembad hangen, maar ook leuke activiteiten kunnen doen met zijn drieën.”

Instemmend knikten Marco en Vera. “Goed, we gaan op internet kijken wat we aan leuke dingen kunnen vinden.”

Na het eten ruimden Marco en Vera de tafel af. Terwijl Tessa de afwasmachine inruimt, dwalen haar gedachten af naar haar overleden man Michel en de vakanties die ze samen met de kinderen hadden ondernomen. Michel hield van de natuur. Regelmatig gingen ze samen fietsen of wandelen in de bossen. Ze namen dan ook broodjes en drinken mee om te picknicken op een open plek die ze vanzelf wel ergens tegen zouden komen, en genoten dan van de zon, de geluiden van de vogels en andere dieren in het bos.

Op het dressoir in de kamer hadden Tessa, Marco en Vera na het overlijden van Michel een klein altaar gemaakt met een engel beeldje dat ze nog met zijn vieren samen hadden gekocht, drie kaarsjes en een foto van Michel. Iedere avond na het eten staken ze allemaal een kaarsje aan en vertelden ze hoeveel ze van hun vader en man hielden en hoeveel ze hem misten.

Als laatste stak Vera haar kaarsje aan. “Papa,” zei ze. “Ik houd heel veel van je, en ik mis je elk moment van de dag.” Het was even stil, maar toen zei ze: “Papa, mama, Marco en ik willen in de zomer op vakantie gaan. Ga je met ons mee, en wil je dan ook bij ons zijn zoals je dat altijd al was?”

Tessa legde haar hand op Vera’s schouder en knikte instemmend.

Michel was nu zo’n twee jaar geleden aangereden op zijn fiets. De chauffeur van de vrachtwagen had hem niet gezien, en Michel kon niet op tijd uitwijken.

“Goed,” zei Tessa. “Nu de pyjama’s aan, en als jullie klaar zijn, komen jullie weer naar beneden.”

Boven op zijn kamer aangekomen zag Marco dat het opgehouden was met regenen. Hij zette zijn dakraam open, om frisse lucht zijn kamer in te laten waaien. Het was ondertussen best afgekoeld buiten.

Hij sloeg de deken van zijn bed open, trok snel zijn pyjama aan en ging via de badkamer weer naar beneden.

Beneden zat Vera al in haar pyjama op de bank. Nadat Tessa voor de kinderen wat te drinken op tafel had gezet, haalde ze een verse kop koffie onder het apparaat vandaan, pakte de folder van de eettafel en liep de kamer in.

Ze opende de folder en bekeek de foto op de voorpagina: een dichtbegroeid bos met op de voorgrond een rimpelloos meertje en een klein bootje aan een smalle houten steiger.

“Dat is mooi.” mompelde ze.

Een doffe dreun op het zeil verraadde de komst van Marco beneden in de hal.

“Dit ziet er wel mooi uit.” zei Tessa.

Vera draaide haar hoofd weg van de televisie en zag dat haar moeder in de vakantiefolder aan het bladeren was. “Waar is dat dan?” vroeg ze.

“Is daar ook een groot zwembad?” vervolgde Marco.

“Ergens in West Frankrijk, geloof ik. In het meer kun je volgens mij ook wel goed zwemmen,” antwoordde Tessa. Ze sloeg de folder weer dicht en legde het midden op tafel. “Weet je wat? We bewaren deze folder even tot we weten of we ook weg vakantie kunnen gaan dit jaar, en dan gaan we in het weekend kijken wat we allemaal kunnen gaan doen.”

“Is goed, mam,” klonk het binnensmonds, terwijl Vera’s aandacht alweer was gericht op de soap op televisie.

Marco pakte uit zijn schooltas zijn topografie-opgave die hij voor morgen nog verder moest leren. Hij haalde de kaart van Frankrijk tevoorschijn, met de grote steden en rivieren die hij moest kennen.

“Moet jij je topografie niet leren, Vera?” vroeg Tessa.

“Ik heb vanmiddag al met Mia op school geleerd. We waren eerder klaar met onze opdracht, dus toen mochten we al onze topografie leren.”

Na ongeveer een half uur op de bank geleerd te hebben, stopte Marco de opgave weer terug in zijn tas.

“Ken je het allemaal?” vroeg Tessa.

“Ja hoor, simpel. Ik had vandaag op school wat tijd over en heb daar al geleerd.”

“Goed. Dan ga ik nu even Max uitlaten, en als ik weer terug ben gaan jullie tanden poetsen en naar bed. Morgen weer vroeg op naar school. Vergeet niet om morgen na school naar oma te gaan, hè. Ik kom jullie dan daar weer ophalen. Ik moet de hele dag werken.”

“En vrij vragen?” viel Vera in de rede.

“En vrij vragen!” bevestigde Tessa.

Tessa stond op, liep naar de gang en pakte de riem van Max van de trap. Max ging, zoals hem was aangeleerd, op de mat zitten. Hij kwispelde druk, waardoor zijn hele lijf heen en weer ging.

“Het is goed, Max,” zei ze. “We gaan even wandelen.” Ze deed Max zijn riem om en trok de deur achter zich dicht. De regenwolken begonnen plaats te maken voor een heldere hemel. Het was nog lekker om zo zonder jas buiten te lopen. Het kleine beetje wind dat er was, liet de blaadjes aan de bomen nog licht ritselen, zodat de regendruppels die er nog op lagen zo nu en dan op de grond vielen.

Binnen zaten Marco en Vera voor de televisie toen de telefoon ging.

Vera sprong op en nam de telefoon op. “Met Vera de Ruiter,” zei ze.

“Hallo meisje, met oma,” klonk het van de andere kant. “Alles goed met jou?”

“Ja hoor, oma,” antwoordde ze met een blije stem. “We gaan kijken of we in de zomer met zijn drieën op vakantie kunnen, maar mama weet nog niet of ze vrij kan krijgen op haar werk.”

“Dat is een goed idee. Weten jullie ook al waar jullie heen gaan?”

“Nee, nog niet. Maar we willen weer gaan kamperen of zo, net als met papa. En ik wil dan wel dat er een mooi zwembad bij de camping zit en veel kinderen om mee te spelen.”

“Dat zal dan vast wel goed komen,” zei oma geruststellend. “Mag ik mama even aan de telefoon? Ik wil haar wat vragen.”

“Ze is Max aan het uitlaten, en zodra ze terugkomt, moeten wij naar bed,” antwoordde Vera.

“Goed. Wil je dan als ze weer thuis is tegen haar zeggen dat ik heb gebeld, en vragen of ze me vanavond terugbelt? Dan zie ik jullie morgen weer na school.”

“Ja oma, dat is goed. Tot morgen.”

“Tot morgen, schat.”

Vera hing op en zakte weer onderuit op de bank voor de televisie.

Ondertussen liep Tessa naar het park waar ze altijd met Max wandelde. In haar hoofd spookte de gedachte hoe haar man het zou vinden dat ze alleen met de kinderen op vakantie wilde gaan. Op dit soort momenten was het gemis van haar man wel heel groot, en ze begon te twijfelen of ze er wel goed aan deed om met zijn drieën op vakantie te gaan.

Ineens voelde ze in haar hand de riem in rollen, en ze schrok uit haar gedachten van het geluid dat de riemclip maakte toen het hard tegen de katrol sloeg.

“MAX!” riep ze in reactie uit.

Ze zag en hoorde hem niet. “Max!” riep ze nog eens, maar nog steeds geen reactie van de hond. Dit was nog nooit eerder gebeurd. Toen ze de clip in het licht van een lantaarnpaal bekeek, zag ze dat deze niet gebroken was. Het leek erop alsof hij gewoon losgemaakt was.

Ze riep nog een paar keer terwijl ze langzaam haar weg door het park naar huis vervolgde, in de hoop dat Max thuis op haar zat te wachten voor de deur.

“Mevrouw!” Zei een vriendelijk klinkende mannenstem achter haar. “Bent u uw hond kwijt? Ik zag er net een hard het park uit rennen aan de andere kant richting de huizen daar.”

“O, dank u wel, mijnheer,” antwoordde ze terwijl ze zich omdraaide om de man aan te kunnen kijken. Door de lantaarnpaal zag ze alleen zijn grote silhouet. Zijn gezicht bleef te duister om te herkennen. Tessa liep langs de man om dezelfde weg terug te lopen als ze gekomen was, richting huis.

“Au revoir,” zei de man nog na.

Een vertwijfeld “Eh, ja, tot ziens,” zei Tessa.

Na een paar stappen bedacht ze zich dat ze wel erg kalm had gereageerd op deze vreemde man in het donkere park. Het leek bijna of er iets vertrouwds in hem was. Toch was de stem, met zijn licht Franse accent, haar vreemd.

Thuis aangekomen zat Max, zoals Tessa al hoopte, alweer ongeduldig voor de deur te wachten totdat de deur open zou gaan en hij naar binnen kon.

Tessa ging naar binnen en legde de hondenriem weer op de trap. Samen met Max liep ze naar de huiskamer en negeerde het incident verder.

“Mam, oma de Ruiter heeft net gebeld. Of je haar zo nog even terug wilt bellen,” zei Vera, met haar blik nog op de televisie gericht.

Tessa pakte haar koffiekopje en vulde het opnieuw. “Dank je, Vera. Dat zal ik wel even doen als jullie naar bed gaan,” klonk het vanuit de keuken.

“Bedtijd!” riep ze toen de soap op televisie was afgelopen. “Naar boven, tanden poetsen en naar bed. Ik kom jullie zo nog toedekken.”

Na wat gebruikelijk getreuzel en gemopper liep de tweeling toch langzaam naar de badkamer om hun tanden te poetsen. Na het poetsen hoorden ze hun moeder beneden bellen met oma. Ze konden niet goed verstaan waar hun moeder het over had.

“Hey mam.” zei Tessa door de telefoon. “Je had gebeld zei Vera!”

“Dat klopt!” antwoordde oma de ruiter aan de andere kant van de lijn. “Ik heb gisteren onverwacht bezoek gekregen van mijn broer Johan en zijn vrouw. Morgen als Vera en Marco na school bij mij komen zijn zij er ook nog. Kom jij na je werk ook, dan kunnen we met zijn alle in de tuin eten.”

“Wat leuk zeg. ” antwoordde Tessa met blije stem. “Onverwacht bezoek. Weet je wat ik doe. Ik zeg niets tegen de kinderen. Die vinden dat vast erg leuk!”

Boven keek de tweeling elkaar even vragend aan, maar luisterden niet verder. Beide kinderen gingen naar hun eigen kamer en kropen onder de dekens, wachtend tot hun moeder hen kwam toedekken.

Na een paar minuten stapte Tessa de kamer van Vera binnen en begon ze met het instoppen van haar dekens.

“Wat wilde oma?” vroeg Vera.

“Dat is een verrassing,” antwoordde Tessa met een glimlach op haar gezicht. “Meer zeg ik niet. Morgen zie je het wel bij oma.”

Vera mompelde nog wat na, wat Tessa eigenlijk niet eens goed kon verstaan. Ze gaf haar een kus en wenste haar een goede nacht.

Toen Tessa op Marco’s kamer kwam zette Marco net zijn schooltas in de hoek. Hij kroop zijn bed in.

“Mam?” zei Marco vragend. “Vanmorgen hadden we gym, en toen zei Marcel dat ik loog over hoeveel de stand was met badminton. Dat was helemaal niet zo, maar hij begon mij uit te schelden, en zei allemaal nare dingen over papa.”

“Tot de gym was het een hele leuke dag, maar daarna en na de pauze voelde ik mij helemaal leeg.”

“Weet juf wat er is gebeurd. Moet ik haar een berichtje sturen om te zeggen wat er is gebeurd? dan kan ze in ieder geval een oogje in het zeil houden.”

“Nee mam, dat hoeft nu niet. Het is toch bijna vakantie.”

“Oke vent. Als jij dat nu niet wil is dat ook helemaal goed, maar vertel mij het wel als Marcel vervelend blijft doen.. Nu gaat het wel weer beter toch?”

Marco knikte bevestigend.

“Ik heb pas iets gelezen wat je zou kunnen proberen. Het ging er om dat je visualiseert dat je een sterke soort ‘eierschaal’ om je heen denkt. Een schild dat alleen maar de positieve dingen door laat, en alle negatieve dingen tegen houdt. Ik weet zelf niet precies of en hoe het werkt maar je zou het is kunnen proberen.”

“Dat werkt dan door er alleen maar aan te denken dan of zo?” Vroeg Marco.

“Ja zo begreep ik het wel uit het artikeltje.”

“Ik weet niet goed hoor mam, maar ik kan het altijd eens proberen.”

“Heel goed man. Ga nu maar lekker slapen. Morgen weer een nieuwe dag. Slaap lekker Marco.”

“Slaap lekker mam.”

Beneden pakte Tessa haar laptop uit haar tas om nog wat e-mails te beantwoorden en een presentatie voor te bereiden. Tegen middernacht besloot ze ook naar bed te gaan. Ze liet Max nog even voor de deur in het gras plassen, en deed daarna alle lichten uit. Toen ze de kamerdeur wilde sluiten, merkte ze op dat er nog één kaarsje, die van Vera, brandde bij het altaar.

“Die had al lang vanzelf uit moeten gaan.” mompelde ze tegen zichzelf.

Zonder er verder over na te denken blies ze het kaarsje uit, sloot ze de deur achter zich en zag ze dat Max een paar rondjes in zijn mand draaide voordat hij met een zucht ging liggen.

“Slaap lekker, Max. Tot morgen,” zei ze, en ging verder naar bed.

Hoofdstuk 2 – Gabriël


Marco lag op zijn rug nog even te mijmeren in zijn bed. Hij dacht nog even aan de ruzie met Marcel, en het maken van het schild wat zijn moeder vertelde. Toen hij eenmaal weer ontspande en zijn ogen sloot, belandde hij al snel in dromenland.

Het was nog vroeg in de ochtend. De zon was net op en piepte boven de bomen uit, maar had nog weinig kracht. Marco was lekker op tijd wakker. Hij scheurde twee stukken af van het brood dat zijn moeder de vorige dag had gebakken. Het eerste stuk at hij nu op, met wat appel en druiven erbij, en het tweede nam hij mee voor onderweg.

De vogels floten vrolijk, en een fris briesje waaide onder de heldere lucht met weinig wolken. Marco liep het marktplein over. Midden op het plein stond een vierkante zuil met aan elke kant een lantaarn. De vier lantaarns verlichtten elk een tekening, zorgvuldig uitgehouwen op een granieten plaat.

Bij de zuil stond een vrouw met golvend blond haar, verdiept in de tekeningen. Het viel Marco op dat ze leek te glanzen in haar mooie, rijkelijk versierde blauwe jurk met veren die wel van een valk leken te komen. Ze zag er bijna engelachtig uit, met een fijn gezicht en vlekkeloze kleding. Ze groette Marco vriendelijk, en hij groette haar nonchalant terug voordat hij over de loopbrug het dorp uit liep, het dichtbegroeide bos in.

Over een drassig en heuvelig bospaadje baande hij zich een weg naar het rustige meertje, waar hij een paar lekkere vissen wilde vangen voor het avondeten. Marco’s moeder werkte in het kasteel, en daarom woonden zij en Marco binnen de stadsmuren, in een klein huisje dicht bij de stadsmuur.

Toen Marco bijna bij de steiger was, hoorde hij het geknetter van een kampvuur. Hij kon het vuur ruiken, en een sliertje rook steeg op boven de boomtoppen.

“Dat is raar,” dacht hij. “Een kampvuur midden in het bos.” Nieuwsgierig liep Marco dichterbij. Door de rook heen zag hij aan de andere kant de schim van een persoon.

Aan het kampvuur zat een man, gekleed in een lange bruine jas. zijn handen en gezicht waren ruig, en zijn baardje kort en slordig. Om zijn hals droeg hij een grote metalen ovale amulet. Links van hem lag een lange wandelstok en aan zijn andere zijde een plunjezak. Hij zat stil, met zijn ogen gesloten. Naast de man lag een grote, bruine hond te slapen. Zijn brede kop rustte op zijn poten en zijn staart lag langs zijn lichaam. In de handen van de man hield hij een kraai vast. De kop van de vogel bewoog rustig heen en weer. Het zag ernaar uit alsof hij het prima vond dat de man hem zo vasthield. Marco liep dichter naar de man toe en knielde naast hem neer.

Onder Marco’s knie brak een droog takje. Het geluid maakte de hond alert. Hij deed zijn ogen open, spitste zijn oren en ging rechtop zitten. Hij kwispelde met zijn staart, maar ging niet bij de man weg.

“Meneer… Wat doet u?” vroeg Marco bijna fluisterend.

De man opende één oog, keek naar Marco en reageerde met een diepe, maar kalme stem: “Sst, even geduld.”

“Oké,” zei Marco zachtjes. Hij wachtte rustig af. Ook de hond naast de man ging weer liggen, alsof hij zich van niets bewust was.

Marco legde zijn visspullen naast zich neer en ging ook zitten. Hij keek de man nog eens goed aan en zag hem rustig en heel diep ademen. Over het vuur heen stond een standaard waaraan aan een ketting een pan met water hing. Het water was bijna aan het koken.

Na een poosje stond de man met moeite op en opende zijn handen. De kraai ging op zijn hand zitten, schudde zijn verenpak en vloog in een rechte lijn weer weg. Hij landde op een tak laag in een boom dichtbij. Marco en de man konden nog net zien hoe de kraai zijn vleugels een voor een uitstrekte. Hij schudde zijn verenpak nog, en eens ging zorgvuldig zijn verenpak poetsen.

De man glimlachte de kraai nog na en zei. “Zo, die is er weer helemaal bij!”

“Die vogel bleef rustig bij u zitten, hè meneer,” zei Marco enthousiast toen de man weer was gaan zitten aan de rand van het kampvuur. “Wat deed u nou met hem?”

“Ik gaf hem weer de kracht en energie om te kunnen vliegen,” zei de man. “Ik vond hem eerder vanmorgen op de grond onder diezelfde boom waar hij nu zit. Hij kon zijn vleugel niet goed bewegen.”

“Dus u heeft hem weer beter gemaakt?” vroeg Marco. “Bent u magiër of geneesheer of zo?”

“Nee nee! Ik heb hem geholpen zichzelf beter te maken. Daar is helemaal geen magie of toverkracht voor nodig. Iedereen had dit voor hem kunnen doen.”

‘Echt? Kan ik dat dan ook?’, vroeg Marco een beetje verbaasd.

‘Natuurlijk kan jij dat ook. Maar eerst even: hoe heet je? Dat praat wat makkelijker.’

‘Oow ja natuurlijk. Ik ben Marco, en ik woon hier met mijn moeder in het dorp hier even verderop. En u? Hoe heet u?’

‘Mijn naam is Gabriël. Ik ben geen geneesheer of magiër. Ik reis rond en leef van wat de natuur me geeft. Dan ben ik hier weer een paar dagen, daarna loop ik weer een stuk en dan blijf ik ergens anders weer een paar dagen. Zo trek ik het hele land door.’

‘Vorige week liep ik nog een stukje noordelijker aan de kust over het strand. En zag ik de zon ondergaan in de zee en voelde ik de frisse zeewind door mijn haren. Ik sliep op het strand, waar ik in slaap werd gesust door het geluid van de golven. Heerlijk.’

“Ik weet dat het niet zo heel ver is, maar ik ben er nog nooit geweest. Ik heb de verhalen gehoord van verschillende dorpsgenoten die er wel geweest zijn. Het lijkt mij heel mooi. Ik zou er graag is naartoe gaan.” Zei Marco.

‘Dat is ook zeker mooi. Water en golven zover als je kijken kunt. Dat was echt heerlijk, maar hier heb ik net een kraai geholpen met vliegen omdat hij zichzelf had bezeerd, en heb ik een fijn gesprek met jou.’

Marco keek nog eens goed naar de ketting om de nek van Gabriël. “Dat is een interessante ketting”

“Inderdaad, deze amulet is een oud artefact, gesmeed door een bekwame smid die ooit in deze streek leefde. Er wordt beweert dat hij het vuur van draken heeft gebruikt om het metaal te smeden, waardoor de amuletten een bijna onvernietigbare kracht kregen. Of dat ook echt zo is weet ik niet. Er zijn er vijf in totaal, elk met een uniek symbool of rune teken dat een element vertegenwoordigt: lucht, vuur, water, en aarde. Deze amulet is verbonden met de aarde.

Ik heb deze amulet geërfd van mijn leermeester, die hem op zijn beurt van zijn eigen meester had gekregen. Elk van de vijf amuletten is toevertrouwd aan een waardige hoeder, en zo zijn ze door de eeuwen heen doorgegeven.”

‘Ik leef zeg maar van wat Gaia me geeft, en in ruil daarvoor geef ik haar mijn liefde, zorg en aandacht.

‘Wie is Gaia?’, vroeg Marco verbaasd. “U reist toch helemaal alleen met uw hond. U zei trouwens ook vijf amuletten.”

“Oplettend hoor. De vijfde amulet is die van Ether het is het element dat de 4 andere verbind.”

“Ik reis nooit alleen, Marco. Balder is mijn constante metgezel, maar Gaia is altijd bij me. Ik hoef maar mijn hart te openen en ik voel haar aanwezigheid. Ze omringt ons overal, in elke blad aan de boom, in elke steen onder onze voeten. Gaia is Moeder Aarde, de bron van al het leven. Kun je je een wereld zonder haar voorstellen?”

Marco dacht even na. “Nee, dat klopt. Zonder Gaia zouden we nergens zijn.”

“Precies,” ging Gabriël verder. “En daarom moeten we voor haar zorgen. Alles wat we aanraken, van het kleinste grassprietje tot de grootste berg, is een deel van haar. Ons huis, gebouwd van steen, leem en hout, is net zozeer een stukje Gaia. De stenen zijn uit de aarde gehaald, het hout komt van bomen die door Gaia gevoed worden. Het is een magische verbinding, Marco. Hoe meer liefde en respect we aan Gaia geven, hoe meer ze ons zal zegenen.”

‘Dat snap ik niet. Hoe werkt dat dan?’

‘Hoe meer aandacht en liefde jij geeft aan Gaia, en des te meer je met haar verbonden bent, des te groter de beloning van Gaia zal zijn, en je kunt heel veel meer doen dan je gewassen water geven.’

Gabriël stond op zonder verder wat te zeggen, haalde uit zijn plunjezak twee houten kommetjes, en gaf ze aan Marco. Hij wenkte Marco om mee te komen naar de struiken even verder. Gabriël sleepte een beetje met zijn been. Hij gebruikte zijn staf als steun.

Ze liepen naar de struiken bij het pad. Gabriël wees naar een plant met dunne groene takjes en kleine witte bloemetjes. “Zie je dat?” zei hij. “Dit is vlierbloesem, daar maak ik vaak lekker drinken van.”

“Dat klopt zei Marco, dat maakt mama ook vaak.” Marco liep al naar voren en strekte zich uit om een handje bloesem te plukken van de plant.

Maar voor dat Marco de plant kon pakken stopte Gabriël hem. “Wacht even, Marco. Kijk eerst eens goed naar de vlierbloesem, en vertel eens wat je ziet.”

Marco deed een stapje achteruit en bekeek de struik van top tot teen. “Ik zie groene takjes, blaadjes en witte bloempjes. En meer niet, geloof ik.”

“Dat klopt helemaal.” antwoordde Gabriël. “Maar kun je misschien nog meer zien van de plant? Of misschien wel om de plant?”

Marco keek nog eens goed naar de plant, en daarna keek hij met een vragende blik naar Gabriël.

“Hoe bedoelt u dat precies, om de plant?”

Een glimlach verscheen opnieuw op het gezicht van Gabriël. Het leek ook of er een twinkeling in zijn ogen was.

“Kom eens naast me op de grond zitten.”

Gabriël ging op de grond zitten met zijn benen gekruist. Marco volgde zijn voorbeeld en ging naast hem zitten zo dat ze beide naar de vlierbloesem konden kijken.

“Zoals ik het je nu ga voordoen, heb ik het geleerd van iemand die ik jaren geleden op mijn reizen ben tegengekomen, heel ver weg van hier.”

“Nu weet ik hoe ik dit moet zien, en zie ik het overal in alles, en wanneer ik dat wil. Ik hoef er helemaal geen moeite meer voor te doen. Ik kan het als het ware aan en uit zetten.”

Marco luisterde aandachtig naar Gabriël, alsof hij het meest spannende verhaal ooit hoorde.

“Sluit je ogen, en stel je voor dat je zelf wortels groeit vanuit het botje onderaan je rug.”

“Misschien kun je een tinteling voelen, dat gebeurt soms, en soms voel je helemaal niets.”

“Het enige dat voor nu belangrijk is, is dat je voor je kunt zien dat je grote, stevige, dikke wortels ziet groeien die je stevig vasthouden aan moeder aarde. Wortels waarmee je je aardt aan Gaia.”

“Kun je dat voelen?”

Een paar seconden bleef het stil, met alleen het geluid van de wind door de blaadjes en een knisperend kampvuur op de achtergrond.

“Ik voel het kriebelen in mijn rug!”

“Hé, en nu is het weer weg.”

“Heel goed,” antwoordde Gabriël. “Kijk nu eens naar de vlierbloesem. Wat zie je nu?”

Marco kijkt intens naar de plant, knijpt zijn ogen een beetje dicht, en tuurt naar de vlierbloesem.

Op dat moment werd de stilte abrupt verstoord. De kraai vloog op en scheerde vlak over het tweetal heen. De hond van de man sprong op en blafte luid.

Hoofdstuk 3 – Topotoets


Marco schoot rechtop en besefte dat hij terug was in zijn bed. Het vertrouwde plafond van zijn slaapkamer verving de beelden van het bos en het kampvuur uit zijn droom. Snel greep hij naar de wekker naast zijn bed om het irritante gepiep stil te krijgen.

Gapend wreef Marco de slaap uit zijn ogen. De zon scheen naar binnen door zijn dakraam, wat aangaf dat het weer een mooie dag zou worden. Hij rekte zich uit, nog een beetje verward door de levendige droom die hij had gehad. Vlug trok hij zijn broek en T-shirt aan. De droom leek zo echt, de man had aan de ene kant iets mysterieus, maar hij voelde ook zo vertrouwd.

In de badkamer hoorde hij het geluid van stromend water. Vera was al wakker en bezig zich te wassen. Marco mompelde een groet en liep langs haar naar de wastafel. Hij plensde koud water in zijn gezicht om wakker te worden. Vera gaf hem een speelse duw. “Hé schiet op, slaapkop,” lachte ze. “Ik was nog bezig. Ik moet er ook nog bij!”

Na een korte blik in de spiegel en een snelle kam door zijn haar, snelde Marco zich naar beneden. Waar hij zoals altijd de laatste treden van de trap oversloeg, en Max vluchtig aan de kant ging

“Schooltas al ingepakt?” vroeg Tessa nog voor dat Marco aan tafel ging zitten.

“Gisteren avond al gedaan, mam.” Antwoordde Marco, terwijl hij zijn broodje besmeerde met pindakaas.

Na het ontbijt pakten Vera en Marco hun tassen en fietsten ze naar school. Normaal gesproken kletsen ze de hele rit, maar vandaag was Marco stil. Hij kon zijn droom maar niet uit zijn hoofd zetten. De beelden van het bos, het kampvuur en de mysterieuze man waren zo helder alsof hij ze net nog echt gezien had.

“Wat is er met je, Marco?” vroeg Vera. “Je bent zo stil vandaag.”

Marco aarzelde, maar besloot toch wat van de droom te vertellen. “Ik… ik had een vreemde droom,” biechtte hij op. “Een droom over een man in het bos… Ik denk ergens in de middeleeuwen of zo. Hij had een grote hond bij zich en een kraai.”

“Cool!” onderbrak Vera spontaan. “Had hij een eigen kraai?”

“Nee, niet van hemzelf, maar hij deed iets voor de kraai. Hij hield hem even vast, en toen hij klaar was vloog hij weer weg.”

“Hij vroeg mij om naar een vlierbloesem plant te kijken, maar voordat ik dat deed liet hij me eerst op de grond zitten, en moest ik bedenken dat ik wortels uit mijn stuitje moest laten groeien om me te verbinden met Gaia!”

“Wie is Gaia?” onderbrak Vera.

“De man had het over Moeder Aarde, maar wat het allemaal betekent weet ik niet zo. Ik heb wel het gevoel dat het belangrijk is of zo. Ik weet niet precies. De wekker ging plotseling en daarvan schrok ik wakker.”

Marco’s aandacht werd getrokken door het geroep van een zwarte vogel op het schoolhek.

“Hey kraai,” groette Vera de vogel, terwijl ze langs fietsten naar het fietsenrek.

De kraai liet zich niet door Vera’s vrolijke groet afleiden en bleef onverstoorbaar op het schoolhek zitten. Marco, nog steeds nadenkend over zijn droom, stapte zijn fiets af en volgde Vera naar het fietsenrek.

“Dat is toevallig,” dacht Marco onbewust.

Voordat Marco de school in liep, herinnerde hij zich aan wat zijn moeder gisteren avond zei over het schild. Hij ging even stil staan en sloot voor een paar tellen zijn ogen. Zo stelde hij zich voor dat hij een schild om zich heen trok waar alleen nog positiviteit door heen kwam.

“Ik kan het altijd proberen.” Dacht hij en liep verder achter Vera aan de klas in.

In de klas waren de meeste kinderen al verzameld en werd er druk gekletst. De tweeling gooide snel hun tassen op hun eigen bureau en mengde zich in de gesprekken tussen de anderen.

Een paar minuten later komt juf Maya binnen. Haar blonde haren zijn in een strakke staart gestoken en ze draagt een vrolijke jurk met bloemenprint. “Goedemorgen allemaal!” roept ze met een vriendelijke glimlach. “Ga snel op je plek zitten, want we beginnen met de topotoets.”

Marcel schoof zijn stoel bewust hard naar achteren, maar miste Marco’s voet net.

Juf sloot de deur, liep naar haar stoel en zette haar tas op haar altijd opgeruimde bureau. Ze zet haar tas neer en pakt een stapel toetsformulieren. “Kunnen we topo niet vanmiddag doen, juf?” vroeg Marcel met een angstige blik in zijn ogen. Hij zat zenuwachtig aan zijn bril en siste zachtjes door zijn tanden.

Juf Maya schudde haar hoofd. “Nee Marcel, dat kan vandaag niet. We krijgen na de pauze bezoek. En de toets staat al sinds vorige week op het bord, dus je had alle tijd om te leren.”

Op dat moment klonk er een luid geklopt op de deur. Juf Maya opende de deur en haar ogen werden groot van verbazing. Voor haar stond Guus, een man met een vriendelijk gezicht en een grote glimlach. Zijn baard en haren zitten altijd een beetje door de war. Hij duwde een karretje de klas binnen, waarop twee enorme schalen tot de rand gevuld met rijpe, rode aardbeien pronkten.

“Goedemorgen allemaal!” riep Guus met een luide, warme stem. “Wie lust er verse aardbeien?”

De klas explodeerde in gejuich. De leerlingen vergaten in een oogwenk de topotoets.

Guus manoeuvreerde het karretje met de bakken aardbeien behendig naast het bureau van juf Maya, waar ze alweer op haar stoel was gaan zitten.

“Ik dacht dat je pas na de eerste pauze zou komen,” merkte juf Maya op met een glimlach, terwijl ze haar blik liet glijden over de overvloed aan rode lekkernijen.

“Ja, dat was ook de bedoeling,” antwoordde Guus. “Maar ik zou zo nog helpen een verkoopstalletje opbouwen bij de boerderij. We hebben nog heel veel meer aardbeien, appels en peren, die we daar aan de weg gaan verkopen.”

Guus pakte de eerste schaal aardbeien van het karretje en liet juf Maya een aardbei van de schaal pakken.

“Lekker!” stamelde juf Maya met volle mond.

Guus ging de klas rond en liet iedere leerling een aardbei uit de schaal pakken.

“Echt wel lekker!” proestte Dilber, terwijl druppels aardbeiensap langs haar mondhoeken liep.

“Hier zijn servetten,” zei juf Maya. “Ga jij er even mee de klas rond.”

“Wij hebben ook aardbeien in de tuin staan,” zei Marcel. “Maar die zijn lang niet zo lekker zoet als deze. Hoe kan dat?”

“Nou,” zei Guus. Hij keek om naar juf Maya en zag nog net hoe ze stiekem een volgende aardbei van de andere schaal in haar mond propte.

“Jullie kunnen ook straks naar de boerderij komen, dan kan ik jullie daar meer van vertellen. En kunnen jullie ook nog even helpen op het land. Maar dat moet wel van juf mogen.”

Opnieuw klonk er gejuich in de klas, en juf kon niet anders dan goedkeurend knikken met een volle mond.

De kinderen waren graag bij Guus op de boerderij. Guus wist altijd veel en boeiends te vertellen, en soms kregen ze wel wat lekkers mee om naar huis te nemen.

De boerderij stond aan de rand van het dorp en was lopend of met de fiets makkelijk te bereiken. Er gebeurde veel, en er waren altijd mensen bezig met van alles en nog wat. Guus had op een stuk land een soort kinderboerderij gemaakt met een grote wei met schapen, geiten, een paar koeien, konijnen en kippen. Hij en zijn vrienden maakten onder andere zelf kaas. Op de weekmarkt in het dorp stonden ze met een kraampje om hun kaas, melk, fruit en groenten te verkopen.

Iedere week ging de klas wel een keer naar de boerderij. Alle kinderen hadden daar een eigen stukje tuin waar ze groenten of fruit konden verbouwen. Dat mochten ze dan mee naar huis nemen om op te eten. Meestal was het zoete fruit al op voordat ze weer thuis aankwamen.

“MAAR EERST DIE TOPO!”

“Aaaaah,” klonk het uit de klas. Het gejuich van zojuist dempte snel.

“Ik weet het, goed gedaan,” vervolgde juf Maya. “Om half twaalf gaan we de topotoets doen, en als je dan klaar bent, kun je naar de boerderij fietsen of lopen. Daar kun je dan op het veld je broodje eten.”

“Mooi zo!”, dacht Marcel opgelucht. “Dan kan ik mooi nog even in de korte pauze topo leren.”

Guus zette de lege schaal terug op het karretje en liep naar de deur van de klas uit.

“Tot vanmiddag jongens,” zei hij met een glimlach.

“Tot vanmiddag,” antwoordde juf Maya en de hele klas.

Hoofdstuk 4 – De Boerderij


Vera en Dilber trapten op hun fiets als eersten naar de boerderij van Guus. De zon scheen hoog aan de hemel en er was geen wolkje te zien. De temperatuur was al flink gestegen, zo dichtbij de grote vakantie. Ze maakten hun fietsen veilig vast aan het hek en zagen Guus al aankomen met een vol krat peren voor zijn kraampje langs de weg.

“Zo vroeg al klaar?”, riep Guus vrolijk.

“Topo was een fluitje van een cent,” antwoordde Dilber, terwijl ze haar tas van haar fiets haalde.

“Mooi zo, dus de rest komt er ook aan?” vroeg Guus terwijl hij het krat neerzette.

“Ja, Juf komt ook nog met de laatsten mee. Ze wil ook wel eens weten hoe je die lekkere aardbeien kweekt.”

“Haha,” lachte Guus. “Geen probleem. Ga lekker je broodje eten bij de appel- en perenbomen. Ik haal straks wat aardbeien voor bij jullie lunch, en een grote kan verse limonade.”

“We lopen eerst nog even langs de konijntjes,” riep Vera nog naar Guus toen ze al langs de boerderij naar de beesten liepen.

In de keuken was Guus twee grote kannen aan het vullen met water en ijs. Hij deed in elke kan een aantal citroenschijfjes en wat blaadjes verse munt.

“Moet ik nog helpen dragen?” klonk het achter Guus.

Juf Maya was ondertussen ook de keuken al binnen gekomen met een tasje en haar broodtrommel.

“Zo, is iedereen er al?”

“Als jij nog een schaal met aardbeien mee neemt naar het veld, dan kunnen we in een keer alles mee nemen.”

“Ja, Hier naar toe gaan is een goede aanmoediging voor de klas om op te schieten.”

Marco zat in kleermaker zit op het gras zijn broodje te eten. Hij zag een aantal mensen even verder bezig waren met verschillende gewassen, maar het viel hem op dat niet iedereen aan het werk was met de planten zelf. Sommige mensen zaten alleen maar aan de rand van het veld en leken alleen maar te kijken naar de planten.

Terwijl Marco zo zat dacht hij even dat hij een tinteling in zijn rug voelde. Een tinteling die hem ook aan zijn droom van afgelopen nacht herinnerde.

“Wat doen die mensen daar?” vroeg Marco aan Guus.

Guus knipoogde alleen maar naar Marco en liep door om de rest van de klas limonade te geven.

Marco keek opnieuw zo van een afstandje naar de mensen die bezig waren op het veld, en het leek wel alsof hij een witte gloed zag ontstaan die als een soort van deken over de mensen en het veld lag. Sommige mensen zaten aan de rand van het veld met hun handen uitgestrekt naar voren, anderen weer met hun handen op schoot. De tintelingen in zijn onderrug voelde krachtiger, en hij had het gevoel aan de grond vast te zitten. hoe meer Marco naar de mensen en het veld keek hoe duidelijker hij de gloed kon zien. Het leek te bewegen als golven op het water, en het leek ook als of hij verschillende kleuren er in kon herkennen. Het lawaai van de pratende kinderen om hem heen leek steeds meer een ruis te worden die naar de achtergrond verdween. Marco voelde zich steeds rustiger worden en ontspannen worden, en hoe langer hij naar de mensen en het veld keek leken er kleuren te ontstaan en zag hij dat de deken continue in beweging was.

Met een tikje op zijn schouder werd Marco zich weer bewust van de klas om hem heen.

“Ben je er weer?” knikte Guus naar Marco.

Marco zweeg, en keek nog een keer naar het veld. De kleuren die hij zag waren ineens verdwenen, net als de tinteling in zijn lichaam. Een deel van de klas was druk aan het praten met elkaar, en juf en de rest van de klas waren even verderop tikkertje aan het spelen.

Guus pakte de schaal met aardbeien en hield hem in de lucht.

“Wie wil er nog een aardbei?” klonk het met een luide stem om de aandacht van de kinderen te trekken. Nog voor dat Guus de schaal weer kon laten zakken, had een groot deel van de klas zich al verzameld om hem heen, en gristen de kinderen achter elkaar een aardbei uit de schaal.

Marco pakte als laatste een aardbei, en stopte hem in één keer in zijn mond.

Guus zag de verbazing in Marco’s ogen, en zei: “Deze is zeker nog lekkerder hè?”

“Ja echt!” antwoordde Marco. Guus knikte, maar zei verder niets meer tegen Marco.

“Zoek allemaal een plekje op het gras en ga lekker zitten,” zei Guus. “Dan kan ik jullie meer vertellen hoe het komt dat mijn aardbeien zo lekker zijn.”

“Wel een beetje bij elkaar,” dirigeerde juf de klas totdat de kinderen allemaal op het gras zaten.

“Wie heeft er misschien ideeën waarom onze aardbeien hier zo veel lekkerder zijn dan de aardbeien uit de supermarkt of misschien wel bij jullie zelf uit de tuin?” vroeg Guus.

“U gebruikt vast speciale grond of zo,” zei Eric.

Guus keek naar Eric en verbeterde zijn woorden: “Speciale aarde, bedoel je? Nee hoor, dat gebruik ik niet. Nog meer ideeën?”

“Doe je iets speciaals met het water dat je ze geeft?”

“Nee, dat niet. Niks speciaals! Gewoon water dat ik uit de sloot oppomp.”

“Heeft het misschien iets te maken met wat die mensen daar doen?” vroeg Marco vertwijfeld.

“Vertel eens, Marco, wat doen mijn vrienden daar dan?”

“Ik weet het niet precies,” antwoordde Marco. “Sommige mensen lijken alleen maar te kijken, anderen lijken ze alleen maar aan te raken of te aaien.”

“Heel goed,” zei Guus. “Stel je voor dat je een topotoets maakt en je haalt een heel goed cijfer. Dan voel je je goed, toch?”

De klas knikte instemmend.

“En hoe reageren je ouders dan?” vervolgde Guus.

“Die zijn dan ook blij,” antwoordde Mia.

“En dat geeft je dan ook weer een extra goed gevoel, toch?”

“Ja!” zei Mia enthousiast. “Dat is ook weer fijn.”

“Nou, dat is eigenlijk precies hetzelfde wat mijn vrienden hier ook doen,” legde Guus uit. “Ze geven de planten aandacht, en sturen hun blije gevoel en dankbaarheid naar de planten. Met al die positieve aandacht groeien de planten beter, en smaken de vruchten ook lekkerder.”

“Ik vind dat maar ver gezocht,” onderbrak Marcel. “Ik vond de aardbeien helemaal niet lekkerder of anders smaken.”

“Dat kan natuurlijk!” antwoordde Guus kalm. “Bij iedereen is de smaak natuurlijk ook anders, en lekker is natuurlijk ook gewoon lekker. Wat zeggen je ouders dan, als je met een goed cijfer thuiskomt?”

“Ze zeggen wel goed gedaan of zo, maar ze zijn altijd erg druk,” antwoordde Marcel.

“Dat is heel vervelend,” zei Guus met een glimlach. “Hoe zou het voelen denk je als je ouders daar meer en uitgebreider op zouden reageren dan?”

Marcel dacht even na. “Ik denk wel dat dat goed voelt, en dat ik daar blij van word,” antwoordde hij uiteindelijk.

“Precies!” beaamde Guus. “En planten en bijna alles om je heen reageert net zo. Planten, bomen maar ook dieren zijn een heel goed voorbeeld hiervan. Als jij ze goed verzorgt, veel aandacht geeft en stimuleert met goed eten en genoeg drinken, zullen zij jou omgekeerd ook intenser aandacht geven. Ook je eigen lichaam werkt zo. Daarom is gezond en afwisselend eten en drinken zo goed voor je.”

Guus maakte een pauze om de kinderen te laten nadenken over zijn woorden. “Goed en gezond eten en drinken bevat veel energie,” vervolgde hij. “Die energie wordt in je lichaam opgeslagen, en die gebruik je voor een deel zelf. En die energie kun je op vele manieren weer doorgeven.”

“Dus met goede grond, water en de juiste aandacht maak je je aardbeien zo lekker,” zei juf Maya samenvattend.

“Precies!” antwoordde Guus. “Maar dat geldt ook voor hoe ik met mijn dieren omga, en met jullie en mijn vrienden. Natuurlijk heb ik ook wel eens een dag niet, of voel ik me soms minder. Dan is het juist weer een uitdaging om positief verder te gaan.”

“Dank je wel Guus.” zei juf Maya.

“Jongens en meisjes, het is tijd om op te ruimen! Vandaag hebben we van Guus geleerd dat planten en dieren reageren op aandacht, liefde en vooral goede voeding. Door ze goed te verzorgen, kunnen we ze helpen om te groeien. En door met ze om te gaan, kunnen we ze helpen om te gedijen. Jullie kunnen je spullen pakken en naar huis gaan, maar neem je troep mee zodat er niets op het veldje achterblijft, en breng de limonadebekers nog even bij mij.”

Na dat de kinderen hun afval hadden opgepakt en de bekers aan juf Maya hadden gegeven, rende ze allemaal naar hun fietsen en vertrokken ze naar huis.

“Ik ga nog even bij de dieren kijken,” zei Vera tegen Marco terwijl ze eigenlijk ook al die kant op liep.

“Ja, is goed,” riep Marco haar nog na. “Ik kom zo naar je toe, en dan fietsen we samen naar oma.”

“Oke, tot zo!” riep Vera nog net achterom, terwijl ze het hek bij de konijnen opende.

Hoofdstuk 5 – Energie


“Zo, vertel eens Marco, wat heb je nu net gedaan hier?” vroeg Guus met een zachte stem.

Marco keek beteuterd naar Guus. “Ik weet niet zo goed hoe ik het moet zeggen,” antwoordde hij verward.

Guus schoof een beetje op de grond en gebaarde Marco om hetzelfde te doen. Ze zaten nu tegenover elkaar met rechte ruggen. Guus legde zijn grote, ruwe handen open op zijn knieën. Marco keek ernaar en merkte op hoe sterk en getekend ze waren.

“Het leek erop dat je je niet meer bewust was van wat er om je heen gebeurde,” vervolgde Guus kalm. “Alsof al je aandacht naar mijn vrienden en het veld ging.”

Marco keek verbaasd op. “Hoe weet je dat?” vroeg hij met horten en stoten.

Guus glimlachte. “Ik zag het gebeuren,” antwoordde hij eenvoudig. “Je stuurde je energie naar mijn vrienden en het veld.”

Marco’s ogen werden groot. “Ja, maar wat zag jij dan Guus?” vroeg hij nieuwsgierig.

“Vertel me eerst maar eens wat jij zag en voelde,” antwoordde Guus geduldig. “Daarna vertel ik je wat ik waarnam.”

Marco zuchtte diep en probeerde zijn ervaring in woorden te vatten. “Ik weet niet precies wat die mensen allemaal aan het doen waren,” begon hij langzaam. “Maar het leek erop alsof ze samen met het veld onder een soort bewegende, heldere deken zaten. Het was alsof de kleuren duidelijker en scherper waren, of zo.”

“Heel goed,” knikte Guus. “Kon je nog meer zien? Wat gebeurde er met jou?”

Marco dacht even na. “Eigenlijk leek het alsof ik daar ook was,” antwoordde hij met een dromerige blik. “Alsof ik meedeed met wat er gaande was.”

Marco hield even stil en herinnerde zich zijn droom van vannacht. Na een klein momentje twijfelen besloot hij toch aan Guus te vertellen over zijn droom.

Hij vertelde over het kasteel, en over Gabriël die hij dacht dat een magiër was, omdat hij de kraai weer liet vliegen nadat die zich bezeerd had. Hij vertelde over de grote hond en dat die zo rustig bij Gabriël bleef.

Hij merkte zelf op dat hoe meer Marco aan Guus vertelde, des te meer details hij zich kon herinneren. Het was net alsof hij alles opnieuw weer aan het beleven was.

Plotseling hield Marco stil op het moment dat hij ook zijn ogen gesloten had om zijn droom beter te herinneren.

“Nu gebeurt het weer!”

“Wat?”, vroeg Guus met een kalme stem.

“Nu voel ik weer die tinteling in mijn rug en billen. Weet jij wat dat is?”

“Jazeker,” zei Guus. “Je bent jezelf aan het aarden. Aan het wortelen en verankeren met de aarde.”

“Dat zei Gabriël ook al,” zei Marco enthousiast. “Hij sprak ook over Gaya?”

“Gaya!” antwoordde Guus nog steeds met rustige stem. “Dat is een andere naam voor moeder aarde, maar dat heeft Gabriël je vast ook wel verteld.”

“Ja, klopt!”

“En wat vind je er nu van wat je hebt gezien en gevoeld?” vroeg Guus met een zachte stem.

Marco zuchtte diep en keek naar de grond. “Ik weet het niet zo goed,” antwoordde hij verward. “Ik snap het ook niet echt. Ik heb dat allemaal nog nooit eerder gezien of zo. Dat aarden heb ik ook nog nooit gedaan. Nu heb ik vannacht een droom gehad waarin iemand mij verteld hoe ik moet ‘aarden’ of zo iets. En nu heb ik dat zelfde gevoel toevallig zo in het echt ook.”

Marco voelde dat het tintelen weer opgehouden was, en een onverwachts gevoel van angst leek over hem heen te komen. Hij twijfelde aan wat hij had gezien in zijn droom, en wat hem net op het veld was gebeurd.

“Guus, hoe kan het nou zo zijn dat ik eerst iets droom, en daarna toevallig hier het zelfde doe? Eigenlijk is dat best wel eng toch? Dat kan toch ook helemaal niet?”

Marco stond op en begon onrustig heen en weer te lopen. Hij merkte dat hij sneller en korter begon te ademen. Nu wilde hij zijn droom weer voor zich halen, maar het lukte hem niet goed meer de details te zien. Waar alle details net nog zo helder waren was het nu ineens zo onduidelijk.

“Hoe kan dat nou?” mompelde hij zachtjes voor zich heen.

“Wat is er?” vroeg Guus op het moment dat hij ook opstond.

“Nou, nu ik er zo over nadenk vind ik het eigenlijk best wel eng worden,” antwoordde Marco met trillende stem. “Ik vind het onlogisch dat ik eerst droom over iemand die van Gaya verteld, en nu zeg jij dat het nog klopt ook wat ik heb gedroomd. Dat kan toch helemaal niet. Volgens mij had ik nog nooit eerder van Gaya en moeder aarde gehoord.”

Marco’s voelde zich verward en bang. Wat was er met hem aan de hand?

“Wat gebeurde er dan in je droom en met je vrienden bij het veld daar?” vroeg Guus kalm.

Marco wees met zijn hand naar het veld en zag dat iedereen die daar eerder aan het werk was ondertussen verdwenen was. Er was niemand meer bij het veld aan het werk te zien, en de deken van licht die hij eerder waarnam was ook verdwenen.

Guus pakte de hand van Marco en ging voor hem staan. Marco keek op naar de ogen van Guus en zag dat hij ontspannen terugkeek.

“Probeer je ademhaling weer wat rustiger te maken. Daar word je zelf ook rustiger van.”

Marco zweeg, maar voelde dat zijn angst langzaam afnam en hij zich weer wat kalmer voelde.

“Wat je gedroomd hebt en wat je net deed is helemaal niet zo eng,” zei Guus met een geruststellende stem. “Je bent zeker niet de enige die dat zo kan voelen en zien. Ik zag het ook in jou gebeuren toen je naar het veld keek en mijn vrienden aan het werk zag.”

“Je klasgenoten waren ook zo druk met spelen dat ze bijna over je heen vielen, en jullie hadden er allemaal niets van door.”

“Luister Marco,” vervolgde Guus. “Wat je vannacht hebt gedroomd en wat je net hier hebt gedaan is helemaal niet vreemd. Het begon met aarden, dat je je inbeeldde dat jouw wortels de aarde in groeiden. Veel mensen doen dit. Je wordt er rustiger van en je hebt dan eigenlijk het gevoel meer in het hier en nu te zijn. Als je goed geaard bent sta je, zoals ze dat ook noemen, veel meer in je eigen energie en in je eigen kracht.”

Marco bleef Guus aankijken, alsof hij hier nog meer van wilde weten.

“Als je je goed kunt aarden voel je je vaak ook beter,” legde Guus uit. “Minder bang, blijer. Vaak kun je beter slapen, en sommige mensen dromen helderder. Je kunt dan ook leren energieën te zien, en zelf te sturen door er aan te denken.”

“Is dat dan wat ik zag gebeuren met je vrienden bij het veld?” vroeg Marco nieuwsgierig.

“Juist,” knikte Guus. “En dat is ook precies wat ik bij jou zag gebeuren toen je vanmiddag naar mijn vrienden bij het veld keek.”

“Kan iedereen dat dan?” vroeg Marco met verbazing.

“O jazeker,” antwoordde Guus. “Maar niet iedereen wil dat zien of begrijpen. Sommige mensen vinden het zelfs te eng. Je merkte het net zelf al. Toen je gevoel van angst toenam, kon je niet meer zien wat er op het veld gebeurde. Je kon de energie ook niet meer waarnemen.”

“Ik denk,” vervolgde Guus na een ogenblik stilte, “dat dit voor jou nog maar de eerste stapjes zijn. Dat je nog veel meer kunt dan je vandaag hebt gedaan. Nee, ik weet het zeker.”

“Hier op de boerderij werken we heel veel met deze kracht die om ons heen is,” legde hij uit. “We gebruiken het heel bewust, en eerlijk gezegd is dat ook het echte geheim van onze groenten en fruit. Daarom is het zo lekker.”

“MARCOOO, Ga je mee? Ik wil naar Oma!”, klonk het vrolijk vanaf de kinderboerderij. Daar zette Vera net het konijntje dat ze vasthad terug in het hok.

“Ga maar,” zei Guus met een glimlach. “Ik denk dat je genoeg hebt om over na te denken. En eigenlijk is dat juist iets wat je niet hoeft te doen. Let op wat er met je gebeurt. Waar je intuïtie je naartoe stuurt, of wat je toevallig opvalt. Ik zie je wel weer op de boerderij als je daar zin in hebt.”

Marco knikte en zwaaide naar Guus. Hij liep langzaam in de richting van Vera, met een hoofd vol vragen en een gevoel van verwondering. Wat had hij vandaag meegemaakt? En wat was er nog veel meer te leren?

“En neem nog maar een bakje aardbeien mee om thuis op te eten,” zei Guus met een glimlach.

“Doe ik,” antwoordde Marco. “Bedankt Guus.”

Hoofdstuk 6 – Ratatouille


Oma de Ruiter woonde dichtbij Tessa en de kinderen. Als Tessa moest werken, liep oma ’s middags altijd een rondje met Max. Vaak haalde ze hem dan ook op zodat zij en Max een middagje niet alleen waren. Max had bij oma ook zijn eigen mandje en voelde zich daar helemaal thuis.

Opa en oma waren jaren geleden in dit huis komen wonen toen de wijk net gebouwd was. Michel was hier ook geboren en had verder geen broers of zussen. Ongeveer vijftien jaar geleden kreeg Michel de mogelijkheid om het huis te kopen waar Tessa, hij en de kinderen al die jaren hadden gewoond. Opa is rond die tijd ook overleden.

Oma zat in de tuin een boek te lezen op het moment dat Marco en Vera door de poort binnen kwamen. Ze was niet zo heel groot, en haar haar was grijs en gekruld. Op haar neus had ze haar leesbril, die ook met een touwtje om haar nek zat.

“Hoi oma!” zei Vera terwijl ze de poort van de achtertuin opende. Marco volgde haar de tuin in.

“Hallo jongens! Hebben jullie een fijne dag gehad op school?”

“Jawel hoor,” antwoordde Marco. “We zijn de hele middag met de juf en de klas op de boerderij van Guus geweest. We hebben verse aardbeien meegekregen.”

“Ooh lekker jongens. Ik weet niet hoe het komt, maar Guus heeft altijd zulke lekkere groenten en fruit. Ik stop altijd even bij de boerderij als ik een rondje ga fietsen en neem wat lekkers mee. Ze hebben daar ook heerlijke honing. Willen jullie misschien een kopje thee met wat honing en een paar aardbeien?”

“Ja lekker oma,” antwoordden Vera en Marco bijna tegelijk.

Oma opende de achterdeur en Max stormde druk kwispelend de tuin in om de kinderen te begroeten. Terwijl Vera en Marco de hond knuffelden, hoorden ze oma binnen praten met iemand in de keuken. Ze keken elkaar vragend aan.

“Oma heeft nog meer bezoek!”

De kinderen waren net gaan zitten in de tuinstoelen toen oma weer naar buiten kwam met vier grote koppen thee en een schaaltje aardbeien. Achter haar liep ook een vrouw mee naar buiten die de kinderen niet kenden.

“Dit is Yvette, jongens, de vriendin van mijn broer Johan. Ze logeren een weekje bij mij. Gisterenmiddag zijn ze met de auto aangekomen uit Frankrijk.”

De vrouw die achter oma de tuin in kwam lopen was iets jonger dan oma. Ze droeg een ronde bril, had lange donkere krullen met een felgekleurde haarband, en armbanden om beide polsen die rammelden toen ze de handen van Marco en Vera schudde. Ze glimlachte breed en droeg een grote, gekleurde ketting, fleurige oorbellen en een vrolijke kleurige bloemetjesjurk.

“Yvette, dit zijn Marco en Vera, de kinderen van Tessa.”

“Oui. Jullie zijn dus het achterneefje en achternichtje van Johan.”

“Jullie hebben Johan nog nooit gezien toch?” vroeg oma. “Hij woont al zeker twintig jaar met Yvette in Bretagne in Frankrijk. Ik had hem ook heel lang niet meer gezien.”

“Nee, ome Johan hebben we nog nooit gezien. We hebben u vaak over hem horen praten, maar we hebben hem nog nooit ontmoet,” reageerde Vera.

“Bretagne, dat is toch een beetje aan de linkerkant van Frankrijk?” zei Marco. Dat had hij eerder met zijn topo geleerd.

“Dat klopt ja!” reageerde Yvette. “Bretagne is in het westen van Frankrijk. Wij wonen vlak bij de stad Combourg, op het platteland met alle ruimte om ons heen.”

“U spreekt goed Nederlands, mevrouw,” zei Marco.

“Dat klopt ja,” moest Yvette lachend toegeven. “Tijdens mijn studie heb ik een aantal jaren in Nederland gewoond, en daar bij college heb ik ook Johan leren kennen.”

De poort ging weer open en een oudere man stapte met grote stappen de tuin in.

“Goeie middag,” klonk een sterke stem. “Jullie zijn vast Vera en Marco. Ik ben Johan, de broer van jullie oma. Ze heeft heel veel over jullie verteld. Ik vind het leuk jullie nu eindelijk ook eens in het echt te ontmoeten.”

“Haha, Ik ben dan officieel wel jullie oudoom zoals ze dat noemen, maar zeg maar gewoon ome Johan hoor. Dat is veel makkelijker.”

Max rende ome Johan luid blaffend tegemoet en sprong tegen hem aan. De man die de tuin in liep was groot en sterk gebouwd. Je zou zomaar geloven dat hij de hele dag met gewichten trainde in de sportschool.

“Dag meneer,” antwoordde de tweeling enigszins overrompeld.

“Stil Max,” probeerde oma over het geblaf heen te komen. “Niet springen.”

“Bonjour, mon chéri,” groette Johan, Yvette.

De lach van Yvette werd nog breder, ze bloosde een beetje, maar zei niets terug.

“Wil je ook een kop thee, Johan?” vroeg oma.

“Graag, maar dit keer zonder honing alsjeblieft!”

“Ik ga weer verder met koken. Ik maak ratatouille voor vanavond, en Tessa en jullie blijven ook hier eten. Ik ben lekker veel aan het klaarmaken,” zei Yvette.

Yvette stond op en liep achter oma aan de keuken in. Het was duidelijk dat er al het een en ander op het fornuis stond in de keuken. Er kwamen allerlei lekkere geuren uit de achterdeur.

“Dat ruikt lekker!” merkte Marco op.

“Haha, ja, Yvette kan heel goed koken. Haar ratatouille vinden jullie vast erg lekker. Ik vind het in ieder geval altijd erg lekker. Veel verse groenten. Ik denk dat ze er wel rijst bij maakt, of misschien wel wat pasta. Nou, geloof mij maar, daar eten jullie je vingers bij op. Lekker met paprika’s, courgette, en goed wat knoflook en tomaten. Lekker en gezond!”

Het viel Marco direct op dat ome Johan en tante Yvette heel veel energie hadden. Ze waren dan wel niet zo oud als oma, maar ze leken allebei erg sterk en vitaal.

Op dat moment kwam Tessa de keukendeur uit met een tafelkleed en zes borden om buiten de tafel te dekken. Ze was klaar met werken, en net via de voordeur binnen gekomen. De tuintafel stond onder een grote overkapping die gezellig was gemaakt met mooie lichtjes en verschillende planten en bloemen. Er was plek genoeg om met zijn allen om de tafel te zitten en te eten.

“Hoi hoi allemaal,” zei Tessa. “Hoe gaat het met u, ome Johan?”

“Tessaaa!” zei Johan enthousiast. Hij stond vlug op om Tessa te begroeten, maar merkte niet dat zijn tuinstoel achter hem dreigde om te vallen. Marco kon hem nog net op tijd opvangen voordat hij in de planten zou vallen.

Vera moest lachen om de actie van ome Johan, maar stond snel op om de borden en het tafelkleed van haar moeder aan te pakken, zodat Johan Tessa een dikke knuffel kon geven en even bij kon praten.

“Ik zie dat je je hond weer gevonden heb.” zei Johan lachend.

“Was u dat dan gisteren avond?”

“Ik dacht al je te herkennen Tessa, maar was niet helemaal zeker. “

“Van oma had ik nog niet gehoord dat u in Nederland was. Ze had gebeld toen ik met Max buiten liep.”

Terwijl Vera de keuken in liep om bestek te halen, waren oma en Yvette nog druk in gesprek en lachten luid. Yvette had pannen op het fornuis staan waar ze af en toe in roerde, en oma sneed daarbij ook nog meer groenten. De dames waren zo druk met elkaar in gesprek, dat ze eigenlijk niet eens door hadden dat Vera ook in de keuken was.

Vera vond het wel grappig dat oma ook zo uitbundig deed, dat was ze niet echt gewend van haar. ze leek wel meer te stralen of zo. Misschien had ze wel een wijntje op of zo. Vera voelde zich ook blij om haar oma ook zo te zien. Eigenlijk moest ze er ook wel een beetje om lachen.

“Heeft u gedronken oma?”, vroeg Vera.

Oma keek verbaasd op. “Ha ha, nee hoor kind. Ik vind het erg gezellig met Yvette. We vermaken ons prima samen.”

In de tuin speelde Marco met Max en een bal. Max rende vrolijk rond en kwispelde met zijn staart. Ome Johan, en Tessa zette de stoelen weer aan tafel Ze praatte uitbundig met elkaar. Voor mensen die elkaar eigenlijk best vreemd zijn was de sfeer ontspannen, relax en uitbundig.

Even later kwamen Oma en Yvette de keuken uit, en zetten een schotel met ratatouille op tafel en een pan met rijst. De ratatouille was gevuld met aubergine, courgette, paprika, tomaten en uien. De groenten waren perfect gaar en glansten lichtjes in de ovenschotel. Oma schepte eerst op elk bord een schep rijst, en daarna een schep met ratatouille.

“Mmmm, dat ruikt echt lekker!” zei Marco.

“Jazeker,” antwoordde oma met een glimlach. “Yvette is een echte keukenprinses. Haar ratatouille is super lekker. Ik heb net al stiekem geproefd.”

“”Klopt helemaal,” beaamde ome Johan. “Yvette kan echt goed koken. zeker met de verse groenten en kruiden uit onze tuin is het allemaal super lekker. Ze heeft altijd veel aandacht in de verzorging van onze groentetuin in Bretagne.”

“Klinkt erg lekker allemaal.” Antwoordde Tessa. “Jullie wonen vast ook erg mooi daar in Frankrijk.”

“Dat is zeker,Tessa. We wonen een paar kilometer ten zuiden van het plaatsje Combourg. Op ons land staat het woonhuis een gastenverblijf en een grote schuur. We hebben een heerlijk zwembad in onze ruime tuin. Een deel van de tuin is gewijd aan het kweken van verse groenten en fruit. maar dat is Yvette haar koninkrijk. In de schuur doe ik mijn knutsel projecten.”

“Wow, dat klinkt fantastisch!”, reageerde Marco enthousiast.

“Zeker waauw. In de tuin staat een oude eikenboom, die heel dik is en al zeker meer dan 300 jaar oud is. Als we dan achter de tuin uit lopen komen we in een groot oer bos. dat dan weer ligt aan Lac Tranquille. of te wel ‘Rustig meer’. Echt heel mooi. In de stad vind je ook Château de Combourg, een prachtig kasteel uit de elfde eeuw dat zeker een bezoek waard is.”

Vera droomde al weg bij het idee van dobberen op een luchtbedje in het zwembad.

“Heb je al vrij gevraagd, mama?” vroeg ze met hoop in haar stem.

Ome Johan keek op naar zijn vriendin Yvette. “Jullie zijn van harte welkom in de vakantie hoor. Gezellig toch Yvette”

“Maar Naturellement. Misschien kan oma ook mee dan?”

“Och nee toch Yvette. Ik kan toch zomaar mijn huisje achter laten?”, reageerde oma ineens verschrikt.

Yvette moest luid lachen om de reactie van oma. “We hebben ruimte zat. In huis zelf hebben we een extra slaapkamer voor je, en Tessa en de tweeling kunnen dan het gasten verblijf gebruiken.”

“Maar.. maar” stamelde oma.

“Maar ik zou het ontzettend leuk vinden als oma en jullie bij ons zouden komen logeren, Als ik het goed onthouden heb is er deze zomer ook weer een middeleeuws festival op het Château. Erg leuk en gezellig altijd met oude kraampjes, spelen en ambachten. Er zullen waarschijnlijk riddergevechten zijn met paarden. Veel mensen gaan daar ook in middeleeuwse kleding naar toe.”

“We willen jullie zeker niet tot last zijn”, reageerde Tessa nog terug houdend terwijl de kinderen haar bijna smekend en met grote twinkel ogen aankeken.

“Non non Tessa, Jullie zijn zeker niet lastig. Wij houden oma wel bezig, en jullie kunnen vanuit het gastenhuis gaan en staan waar en wanneer jullie willen. “

“Nou ja, Ik heb de eerste drie weken van juli vrij kunnen krijgen. Maar dan moet ik andere oppas nog zoeken voor Max als oma ook mee gaat.”

“Mam?”, zei Marco. “Weet je nog die E-mail die ik gisteren kreeg. Dit zijn nu wel heel veel toevalligheden bij elkaar met mijn droom over de middeleeuwen, en nu Ome Johan, en tante Yvette, Met een kasteel en een middeleeuws festival. Dat kan toch allemaal niet zomaar.”

“Dromen kunnen sterke boodschappers zijn.”, viel Yvette bij. “Soms zijn de berichten heel duidelijk, en soms helemaal niet. Ik zou er graag meer over horen, zeker omdat je nu over het toeval spreekt. Ik denk dat het je bestemming is om dit te volgen.”

“Dat is geregeld dan!” Zei ome Johan vastberaden. “Jullie vieren en Max zijn de eerste weken van Juli onze gasten.”

Oma en Tessa keken elkaar aan en konden eigenlijk alleen maar naar elkaar goedkeurend knikken. “O.k. wij komen naar Frankrijk. Ik kijk er naar uit.”

“En oma gaat mee?” Vroeg Vera.

Oma was even stil en keek het gezelschap rond als of ze nog aan het twijfelen was “Ja. Ik ga ook mee. Ik wil ook graag weten waar mijn kleine broertje woont.”

Er werd luidruchtig gelachen en verder lekker gegeten.

“De koks ruimen niet op!”, zei Ome Johan, toen iedereen klaar was met eten en hij en Tessa ruimden de tafel af, en deden samen de afwas.

Oma en Vera liepen ondertussen een rondje met Max, en Yvette wilde alles weten van Marco’s droom en natuurlijk over de boerderij bij Guus.

Marco vertelde enthousiast over zijn droom, over zijn ontmoeting met Gabriël, en de amulet. Over de kraai die weer vloog, en over Balder de hond. Hoe meer Marco over zijn droom vertelde des te meer Tante Yvette opmerkte dat Marco ging stralen.

“Dat was vast een zeer belangrijke droom, als je hem nog zo goed ook kunt herinneren. Die zit vast vol met betekenissen. Ik denk ook dat ik ook de boerderij maar eens moet bezoeken nu ik hier ben.”

“Morgen zijn wij vroeg uit school”, zei Marco vlug. “Als u oma’s fiets leent ga ik wel mee naar de boerderij, dan laat ik alles zien.”

“Dat vind ik erg leuk Marco. Dat gaan we doen!”

Hoofdstuk 7 – De Kaartlegging


De kinderen uit de klas van juf Maya waren nog druk bezig met hun rekenopdrachten toen de bel ging.

“Schriften in jullie bureaus, jongens. We gaan er morgen mee verder. Jullie hebben morgen nog een half uurtje om het af te maken, maar nu is het tijd om van het mooie weer te genieten!” probeerde juf boven het rumoer van de kinderen uit te komen, die al begonnen op te staan en hun spullen in te pakken.

Vera en Mia liepen samen de klas uit, op weg naar Mia’s huis. Mia’s moeder was pas bevallen van een zoontje, Luca, en Vera zou hem vandaag voor het eerst ontmoeten. Daarna zouden ze samen gaan zwemmen in het buitenbad.

Ondertussen was Marco als eerste bij het fietsenhok. Hij had zijn fiets zo neergezet dat hij snel weg kon om naar zijn oma te fietsen. Hij keek uit naar het bezoek aan de boerderij van Guus met tante Yvette. Tante Yvette had gisteren goed begrepen wat Marco in zijn droom had meegemaakt en hoe dat samenhing met wat hij bij Guus op de boerderij had gezien.

Gisteravond, na het eten, had tante Yvette verteld dat haar voorouders Sinti waren. Van haar moeder had ze veel geleerd over de natuur en de geneeskracht van kruiden en planten. Hoewel ze zich enigszins van de cultuur had verwijderd, hield ze nog steeds van kleurrijke kleding.

Oma hoorde Marco al aan komen fietsen in de steeg. Ze deed de poort open, zodat hij zonder te stoppen de tuin in kon rijden.

“Hoi oma!” begroette Marco haar, terwijl hij nog wat naar adem hapte. “Vera is met Mia mee. Mia heeft een broertje gekregen, en daarna gaan ze naar het zwembad.”

“Wat leuk voor hen!” antwoordde oma. “Ga jij niet mee zwemmen?”

“Nee oma, ik ga toch niet met twee meisjes zwemmen,” zei Marco met een lichte grijns.

“Natuurlijk niet,” lachte oma. “Stel je voor.”

Tante Yvette zat in de tuin onder een parasol, gekleed in een nog kleurrijkere jurk dan de dag ervoor. In haar hand hield ze een groot glas met citroen, ijsklontjes en munt. Op de tuintafel stond een kan met dezelfde drank, en oma had ook een halfvol glas voor zich staan.

“Wat drinkt u?” vroeg Marco nieuwsgierig aan tante Yvette.

Tante Yvette keek naar haar glas. “Dit is ijsthee met munt en citroen. Heerlijk en verfrissend met dit warme weer. Wil je ook een glas?”

“Ja graag!” antwoordde Marco. “Dat klinkt echt lekker.”

Oma kwam net terug uit de keuken met een extra glas voor Marco, en tante Yvette schonk het vol.

Na het drankje stapten Marco en tante Yvette op hun fietsen en reden richting de boerderij van Guus. Onderweg vertelde Marco enthousiast over zijn droom en zijn belevenissen van de vorige dag, terwijl tante Yvette verhalen deelde over hun huis in Bretagne, het château en de omliggende natuur. Na ongeveer een kwartier fietsen kwamen ze aan bij de boerderij.

Guus stond bij het verkoopstalletje toen Marco en tante Yvette hun fietsen tegen het hek parkeerden. Hij bekeek tante Yvette aandachtig toen ze naar hem toe liepen.

“Sastipen, welkom!” begroette Guus hen, terwijl hij Yvette’s hand schudde.

“Dank u,” antwoordde Yvette, enigszins verrast. “Een Sinti-groet, dat hoor je niet vaak meer.”

“Tante Yvette, dit is Guus,” stelde Marco hen voor. “Hij woont en werkt hier op de boerderij.”

Guus glimlachte. “Uw kleding verraadt iets van uw achtergrond.”

Tante Yvette draaide vrolijk in het rond, waardoor haar jurk sierlijk uitwaaierde.

“Guus, ik wil mijn tante de boerderij laten zien en wat jij allemaal doet met je gewassen. Is dat oké?”

“Natuurlijk! Laat jij haar het veld zien, dan kom ik zo bij jullie. Ik heb nog iets speciaals om te laten zien in het bos.”

Marco en Yvette keken elkaar vragend aan, maar haalden hun schouders op. “We zien wel wat het is,” fluisterde Marco.

Guus verdween richting de keuken, terwijl Marco en Yvette het veld op liepen.

“Wat prachtig!” riep Yvette uit toen ze de mensen op het veld zag werken. “Wat een mooie energie brengen ze over het land. Zie jij dat ook, Marco? Kun je nu zien wat je me gisteren vertelde?”

Marco keek naar het veld en de mensen die daar bezig waren, maar hij zag het nog niet. De magische deken van licht die hij eerder had ervaren, bleef onzichtbaar.

“Tante Yvette, ik zie het nog niet,” zei hij aarzelend.

“Denk aan je aarding,” fluisterde Yvette zachtjes, terwijl ze haar hand op zijn schouder legde.

Marco sloot zijn ogen en haalde diep adem. Plotseling begon het groen van het veld intenser te stralen, en de lichtflitsen rondom de mensen en het land verschenen weer. Zijn ogen werden groot van verbazing over hoe gemakkelijk het nu ging.

“Mooi, hè?” klonk de stem van Guus achter hen.

“Het is prachtig,” beaamde Yvette met een brede glimlach. “Marco heeft me er alles over verteld.”

“U heeft het hier mooi gemaakt en ingericht. De omgeving voelt gelijk fijn als je hier binnen komt”

“Dank je wel, we hebben er veel werk en tijd in gestoken. Zullen we naar het bos gaan?” stelde Guus voor. “Daar heb ik iets wat jullie vast interessant vinden.”

Samen liepen ze langs het veld naar een klein, smal bruggetje. Tante Yvette en Marco hadden geen idee wat Guus hen wilde laten zien, maar Marco voelde een opwindende spanning.

Bij een hek bleef Guus stilstaan en draaide zich om naar hen, zijn blik ernstiger dan voorheen.

“Het is niet mijn gewoonte om mensen mee te nemen naar dit stukje land. Het is mijn oase, waar ik tot rust kom. Normaal zijn mijn enige bezoekers de vogels en insecten.”

“Ik voel me vereerd dat je ons hiernaartoe brengt,” zei tante Yvette, “al weet ik nog niet precies waarom.”

Guus liet Marco voorgaan over het smalle bruggetje, en gaf vervolgens Yvette galant een hand om haar te begeleiden. Aan de overkant strekte een bos zich voor hen uit, wild en ongerept. Twee bijenkasten stonden verspreid tussen de bomen.

“Guus, werk je hier vaak?” vroeg Marco nieuwsgierig.

“Niet op de gebruikelijke manier,” antwoordde Guus. “Dit is een plek van rust en balans, waar de natuur haar eigen gang mag gaan.”

Het bospad leidde hen dieper het bos in, totdat ze bij een open plek kwamen waar een grote yurt stond. Voor de yurt was een kampvuurplaats, omringd door kleurrijke lantaarns. Het zag eruit als een plek waar Guus vaak ’s avonds verbleef.

“Kom binnen,” zei Guus, nadat hij even naar binnen was gegaan en wat licht had gemaakt.

Marco en tante Yvette stapten de yurt in, en hun ogen werden groot van bewondering. De warme gloed van de lantaarns vulde de ruimte met een magische sfeer.

“Wow, c’est magnifique!” stamelde Yvette. “Prachtig!”

In de yurt stond een oude bank, bedekt met een groot kleed en bezaaid met kussens. In de hoek stond een zelfgemaakt bureau, bezaaid met papieren, en een lantaarn die Guus nog niet had aangestoken. Achter het bureau stond een comfortabele stoel. Op het bureau prijkte een glazen bol op een standaard, naast een houten kistje.

“Je hebt de yurt helemaal in Sinti-stijl ingericht. Waarom heb je dat gedaan?” vroeg Yvette nieuwsgierig aan Guus.

“Dat is eigenlijk vanzelf gegaan,” antwoordde hij. “Alles wat je hier ziet heb ik verzameld op rommelmarkten en in tweedehandswinkels. Voor ik het wist, had ik dit gecreëerd. Ik werk hier al jaren aan mijn eigen plekje.”

“Ik vind het prachtig, Guus,” zei Yvette bewonderend. “Ik wilde iets soortgelijks doen in ons huis in Frankrijk.”

Yvette’s blik viel op het houten kistje op het bureau.

“Ga maar zitten,” zei Guus met een glimlach. “Ik heb het gevoel dat je wel raad weet met wat erin zit.”

Yvette nam plaats in de stoel en opende het kistje. Marco zat op een poef aan de andere kant van de tafel.

“Oooh, een Tarotkaarten-set!” riep Yvette verrukt uit. “Wat een prachtige kaarten. Je hebt gelijk, Guus. Het is even geleden, maar ik weet er wel wat van! Marco, ik kan wel een kleine legging voor je doen, als je wilt.”

“Ta… wat?” vroeg Marco verbaasd.

“Tarot is een set van 78 kaarten die gebruikt worden voor spirituele begeleiding,” legde Yvette uit. “Elke kaart heeft een symbolische betekenis die helpt om inzicht te krijgen in het verleden, het heden en de toekomst.”

“Wil jij de kaarten schudden?” vroeg Yvette. “Dan doe ik een kleine legging. Wie weet wat we over je toekomst te weten komen. Iedere kaart heeft een eigen betekenis.”

Marco pakte de kaarten, voelde hun gewicht en mysterie, en schudde ze zorgvuldig. Hij legde ze vervolgens voor Yvette op tafel.

“Goed gedaan, dank je wel,” zei Yvette met een vriendelijke glimlach.

Met een geconcentreerde blik begon ze de kaarten één voor één om te draaien. De eerste kaart die tevoorschijn kwam, was ‘De Ster’.

“Dat is meteen een hele mooie kaart,” zei Yvette tevreden. “De Ster staat voor hoop, inspiratie, en geloof in jezelf. Het bevestigt dat je op de juiste weg bent.”

Marco bleef stil en luisterde aandachtig.

De tweede kaart die ze omdraaide was ‘De Hogepriester’.

“De Hogepriester leert je om te vertrouwen op je intuïtie en je eigen wijsheid. Hij wijst je de weg, of je nu leerling bent of meester.”

De derde kaart was ‘De Zon’. Yvette keek even naar Guus voordat ze verderging.

“Dit is een van de meest positieve kaarten in het Tarotspel. De Zon staat voor geluk, succes en groei. Het laat zien dat je lessen helder zullen zijn, en dat je ze mag delen.”

Marco begreep nog niet goed hoe deze kaarten hem iets over zijn toekomst konden vertellen. Hij voelde zich wat ongemakkelijk, maar ook nieuwsgierig. Het leek alsof een nieuwe wereld voor hem werd geopend.

Yvette draaide nog een kaart om: ‘De Magiër’.

“Dit is weer een hele mooie kaart, Marco,” zei ze. “De Magiër zegt dat je je weg zult vinden, dat je je doelen zult bereiken en dat je de kracht hebt om je eigen toekomst te creëren.”

“Nog één kaart,” zei Yvette opgewekt, terwijl ze er een van bovenop de stapel pakte. Ze draaide hem om, en Marco zag een glimlach van opwinding op haar gezicht verschijnen.

“‘De Wereld’, Marco! Deze kaart bevestigt dat je een bijzondere reis zult maken. Het spreekt over een begin en een eind, en alles wat je leert, zul je kunnen toepassen.”

Yvette keek Marco aan met een glimlach vol herkenning.

“Waauw, Marco. Deze kaarten vertellen ons dat je op het punt staat een spannende spirituele reis te beginnen. Je zult nieuwe inzichten opdoen en jezelf op een heel nieuw niveau leren kennen.”

Marco voelde een mix van opwinding en verwondering. Het idee dat hij een spiritueel avontuur zou aangaan, maakte hem nieuwsgierig.

“Tijdens deze reis zul je helderheid vinden in je doelen en je pad,” legde Yvette uit. “Je zult nieuwe wegen verkennen, je intuïtie versterken en diepgaande inzichten krijgen die je zullen helpen groeien. Het zal niet altijd makkelijk zijn, maar de kaarten geven aan dat je uiteindelijk succesvol zult zijn.”

Marco knikte, volledig in de ban van de kaarten en hun voorspelling voor zijn toekomst. Hij besefte dat een groot avontuur voor hem lag.

Yvette pakte de kaarten weer op en stopte ze terug in het houten doosje. “Merci, Guus, dat je ons hierheen hebt gebracht. En dank je, Marco, dat ik deze prachtige legging voor je mocht doen.”

Marco moest de Tarotvoorspelling even laten bezinken. Terwijl Guus de lantaarns één voor één uitblies, luisterde hij slechts half naar het gesprek tussen Guus en tante Yvette.

Toen de laatste lantaarn was gedoofd en ze de yurt hadden verlaten, liepen ze met z’n drieën terug over het bruggetje naar de boerderij. Terwijl Guus en Yvette praatten over tuinieren, was Marco met heel andere dingen bezig. Zijn hoofd hing naar beneden, en zijn gedachten waren ver weg. De woorden van Yvette bleven door zijn hoofd spoken: een spirituele reis. Wat zou dat precies inhouden? Was hij er klaar voor? Talloze vragen borrelden in zijn gedachten op. Zou hij antwoorden vinden? Of zou het hem alleen maar meer verwarren?

Een rilling liep over zijn rug toen hij aan de onbekende toekomst dacht.

Hoofdstuk 8 – Onrust op de Boerderij


Sinds die bewuste avond bij oma met oom Johan en tante Yvette waren Vera en Marco enthousiast over het idee om in de zomervakantie naar Bretagne te gaan. Ze waren ondertussen samen al uren op internet aan het zoeken geweest naar informatie over het “Festival médiéval” in het Château de Combourg.

De tweeling was was erg enthousiast omdat het festival precies samenviel met hun vakantieperiode in Combourg. Vera vond het al lang prima zolang er maar paarden waren. Wanneer Vera kon was ze ook vaak bij Guus op de boerderij te vinden. Naast dat ze hielp met het verzorgen van zijn beide paarden mocht ze ook van Guus in de bak paardrijden.

Tessa had samen met oom Johan een gedetailleerde planning gemaakt voor de rit naar Combourg, waar het huis van oom Johan en tante Yvette stond. Ze hadden besloten om in Frankrijk een toeristische route te nemen, langs kronkelende wegen en door historische stadjes. Zo hadden ze de mogelijkheid om te stoppen wanneer ze wilden bij de mooiste plekken. De rit op zich zou zo’n negen uur gaan duren, maar met extra stops hield Tessa er rekening mee dat ze wel eens meer dan twaalf uur onderweg zouden kunnen zijn

De laatste bel van de laatste dag van het schooljaar ging en de school liep om 12:00 uur uit. De school liep uit en elke leerling keek uit naar de vakantie.

“Ik ben toch eerder bij oma,” zei Marco terwijl hij plagerig de tas van Vera van haar fiets trok.

“Echt niet,” kaatste Vera terug en ze gaf Marco een duwtje, waardoor hij zijn evenwicht verloor en met fiets en al omviel.

Ze sprongen beiden weer op hun fiets en reden weg van school naar oma, maar al snel ging het fietstempo weer omlaag.

“Marco, vorige week ben je toch nog een keer met tante Yvette teruggegaan naar de boerderij. Wat hebben jullie daar gedaan toen?” vroeg Vera.

“Ken je het bos helemaal aan de andere kant bij Guus?” vertelde Marco. “Dat hoort eigenlijk ook nog bij de boerderij. Guus heeft daar een aantal bijenkassen staan en in het midden van het bos. Helemaal verscholen tussen de bomen had hij een grote yurt gemaakt. Daarin stond een grote leren bank met veel gekleurde kussens en kleden en een groot bureau. De hele yurt was verlicht met gekleurde lantaarns. Blijkbaar was dat in de stijl van tante Yvette. Ze werd er heel blij en opgewonden en blij van.”

“Guus had in een doosje een oude set tarotkaarten liggen en tante Yvette heeft een kleine reading voor mij gedaan.”

Vera onderbrak hem. “Een tarot reading? Dat is toch allemaal hocus-pocus??”

“Ja, vroeger dacht ik dat ook, Vera, maar wat ik laatst in mijn droom zag en wat Guus mij vertelde en liet zien die middag op de boerderij met de klas… Ik weet het niet. Misschien zit er toch wel meer in.

In mijn droom en met Guus heb ik dingen gezien en gevoeld die ik nog niet eerder heb ervaren. Ik weet ook nog niet zo goed wat ik er allemaal van moet vinden. Maar ik heb zin om morgen op vakantie te gaan.

“Ik vind het maar ver gezocht,” reageerde Vera. “Ik heb gewoon ontzettend veel zin in het zwembad bij oom Johan en shoppen in de stad met mama. Misschien dat ik in de omgeving of op het festival nog wel kan paardrijden.”

Ondertussen waren de kinderen aangekomen bij oma de Ruiter. Ze openden de poort en zetten hun fietsen tegen de schutting in de tuin. Max kwam hen alweer blaffend tegemoet.

“Hey Max! Ben jij ook al bij oma?” vroeg Vera aan Max, alsof die zou begrijpen wat Vera vroeg en een antwoord verwachtte.

De aandacht van Vera liet Max nog harder kwispelen. Hij blafte als antwoord op haar vraag.

Tessa zette net de appelstroop en poedersuiker op de buitentafel. Ze had alvast de tafel gedekt.

“Oma is lekkere appel- en spek-pannenkoeken aan het bakken voor iedereen voor de lunch,” zei Tessa. “Als we gegeten hebben, ga ik de spullen van oma in de auto doen en rijd ik met Max naar huis. Thuis heb ik ook het meeste al ingepakt. We gaan op tijd slapen vanavond, en tussen middernacht en één uur vertrekken we naar Bretagne.”

“YES!” schreeuwden Marco en Vera bijna in koor. De kinderen gingen snel aan tafel zitten in afwachting van Oma en een grote stapel pannenkoeken.

“Kan ik zo nog even naar de boerderij mam?”, vroeg Vera.”Ik wil nog even afscheid nemen van de paarden. Mia gaat ze verzorgen zolang we op vakantie zijn.”

“Natuurlijk lieverd. Wil je dan ook nog een paar peren en appels bij Guus meenemen. Dan hebben we ook lekker wat fruit voor onderweg. Kom je wel op tijd naar huis, dan kunnen we hopelijk nog een paar uurtjes slapen voordat we vertrekken.”

De achterdeur ging open, en Oma stapte naar buiten met twee grote stapels dampende pannenkoeken.

Niet veel later waren alle pannenkoeken op, en was Vera op haar fiets gestapt naar de boerderij. Marco en Tessa gingen hun eigen weg naar huis, en Oma ruimde de laatste spulletjes op.

Guus was net bezig de stal uit te mesten op het moment dat Vera aankwam op de boerderij.

“Hey Tessa!” riep Guus vanuit de stal. “Ik had je niet verwacht vandaag. Ik dacht dat je al weg was op vakantie.”

“Vannacht vertrekken we naar Frankrijk. Ik kan toch niet zomaar op vakantie gaan zonder dag te zeggen tegen Brittany en Jeanette. Moet ik ze nog even voeren en borstelen?” vroeg Vera.

“Heel graag Vera. Ik ben net klaar met uitmesten, dan kan ik de kippen gaan voeren. Dank je wel alvast!” bedankte Guus.

Vera pakte de borstels van de plank en borstelde Brittany helemaal af, de kleine shetlander liet zich zo graag borstelen, en genoot van de aandacht van Vera.

“Jeanette, jij bent zo aan de beurt niet zo opdringerig doen. Ik moet eerst nu je vriendinnetje afborstelen.”

Sinds dat Vera de stal was binnen gestapt, probeerde de grote merrie steeds haar hoofd onder Vera’s arm te steken of Vera om te duwen. Jeanette leek erg onrustig, en schraapte ook met haar voorbenen over de grond. Niet veel later was de shetlander geborsteld.

“Oké oké, Nu ben jij aan de beurt. Wat is er toch met je aan de hand Netje? “

“Guus, wat is er aan de hand met Jeanette?” riep Vera uit de stal naar Guus die ze met de kruiwagen voorbij de stal kwam.

Guus zette de kruiwagen neer, en liep naar de staldeur. Hij keek een momentje indringend naar Jeanette, en een glimlach verscheen op zijn gezicht. “Ik denk dat ze lekker naar het weiland wil. Kom dan brengen we de dames naar het veld. dan kunnen ze ook even de benen strekken.”

“Je mag het borstelen wel even laten voor nu. Vanavond doe ik dat zelf wel even rustig.”

Guus en Vera lijnden de paarden aan en liepen naar het veld.

“Weet je dan ook wat er aan de hand is met haar Guus?”

“Ik denk dat ik het wel weet ja, maar ik weet het nog niet zeker. Maandag komt de dierenarts voor controle en dan weet ik het zeker. Maar ik weet wel dat je je geen zorgen hoeft te maken.”

Guus sloot het hek achter Vera nadat ze de paarden los hadden gelaten op het veld.

“Kijk is goed naar het gedrag van Jeanette, en vertel mij is wat je ziet.”

Vera keek geduldig naar de Jeanette. Na een paar minuten draaide ze naar Guus.

“Volgens mij is ze eigenlijk niet onrustig, maar enthousiast?”

“Waarom denk je dat Vera?” vroeg Guus geïnteresseerd?

Vera keek nog een aantal tellen naar Jeanette.

“Ik weet het eigenlijk niet, Ik voel het denk ik. het voelt als een blij gevoel in mijn buik.”

Guus knikte. “Volgens mij is ze ook niet echt onrustig nee, ik denk dat je wel eens gelijk kunt hebben, maar maandag weet ik meer.”

“Ik stuur je wel even een berichtje op je whatsapp dan stoor ik je ook verder niet op je vakantie. Maak je maar niet druk om deze dame.”

Vera keek Guus aan met een gevoel van geruststelling. “Oké Guus, maar ik moet zo weer naar huis. Mama wil op tijd eten en nog wat slapen, want we gaan vannacht rijden. Mama vroeg ook of ik een paar appels en peren mee mocht nemen voor onderweg.”

Guus glimlachte vriendelijk. “Natuurlijk, Vera. Ik pak ze wel even voor je.” Hij liep naar een krat naast de staldeur en pakte enkele sappige appels en peren. “Hier heb je wat gezonde snacks voor onderweg.”

Vera bedankte Guus hartelijk en stopte de vruchten in haar tas. Met een laatste blik op de paarden in het veld, draaide ze zich om en fietste terug naar huis, Vera was klaar voor Bretagne.

Hoofdstuk 9 – Onderweg naar Bretagne


Om 23:30 schrok Tessa wakker van haar wekker. Voordat ze de tweeling zou gaan wekken, wilde ze nog kort onder de douche om zich op te frissen en helder te worden. Ze stuurde oma snel een appje om te vragen of ze aan de koffie en thee had gedacht.

“Geen zorgen schat,” reageerde oma snel terug. “Ik ben wakker. Koffie en thee zijn al gezet, en ik heb ook al wat broodjes gesmeerd voor iedereen. Ik ben bijna klaar en dan kom zo jullie kant op. Als je de knippen van de achterdeur haalt, loop ik ook gelijk een rondje met Max voordat we vertrekken.”

Tessa liep de trap af, naar de achterdeur en haalde de knippen er af, zodat oma met haar sleutel naar binnen kon. Max gaf ze kort een aai over zijn bol, en daarna nam ze snel haar douche.

Max liep al door de kamer en het ontging hem natuurlijk niets, hij rende oma hard blaffend tegemoet toen zij door de achterdeur naar binnen stapte.

“Stil Max!” zei oma dringend tegen de hond. “Wij gaan even een rondje lopen.”

Oma zette haar tas met lekkernijen voor onderweg op de eettafel en liep de gang in om de riem van Max te pakken. “Kom Max, we gaan een rondje om.”

Ondertussen was Tessa onder de douche vandaan, en op haar kamer luchtige kleding aan het aantrekken voor onderweg.

Door het geblaf van Max waren de kinderen ook wakker geworden. Ze schoten om de beurt de badkamer in en maakten zich verder klaar voor de reis. Hun laatste spulletjes grepen ze bij elkaar voor onderweg en alles ging met hun telefoons, tablets en opladers in hun tassen.

“Vera, wil jij nog even een kopje koffie voor mij en oma maken, en maak je voor jou en Marco nog een kopje thee?” klonk het van de slaapkamer van Tessa.

“Tuurlijk mam!” antwoordde Vera, en ze snelde zich naar beneden omdat ze eigenlijk ook zo snel mogelijk wilde vertrekken.

“En Marco, pak jij dan nog even de mand van Max en zijn tas met eten en voerbakken, en zet die alvast tussen jullie in op de achterbank van de auto, dan heeft Max onderweg ook zijn eigen plekje.”

“Doe ik mam,” reageerde Marco en rende even later de trap af om zijn taak te volbrengen.

Een paar minuten voor één, na de koffie en thee, zat iedereen in de auto. De navigatie was ingesteld en oma zat achter het stuur. Mama en oma hadden besloten dat oma het eerste stuk zou rijden tot België, waarna Tessa het over zou nemen tot een stuk in Frankrijk. Dan zouden ze als het goed is al over de helft zijn en een lange stop doen.

Na ongeveer vijf uur waren ze al goed onderweg en bevonden ze zich inmiddels een stuk in Frankrijk. De tweeling zat op hun tablet een spelletje te spelen. De zon was al op, en de temperatuur buiten begon alweer op te lopen.

Tessa nam de afslag bij een benzinestation waar volgens de borden ook een winkeltje bij zou zijn. Ze hoopte dat dat al open was om nieuwe hete koffie en thee te kunnen halen.

Het parkeerterrein was nog rustig, er waren op dit uur alleen nog een aantal vrachtwagens die op de parkeerplaats hebben overnacht.

“Kijk!” zei Tessa tegen oma. “Daar bij die picknicktafel parkeer ik de auto. Wil jij dan tafel dekken, dan loop ik even naar het winkeltje om verse koffie en thee te halen.”

“Als Vera oma dan even helpt, en Marco even met Max een stukje gaat wandelen, kunnen we hem daarna ook zijn eten geven, en zelf ook ontbijten.”

Iedereen stapte uit en ging zijn taken doen. Toen oma de achterklep wilde openen om de koelbox met broodjes te pakken, aarzelde ze. Ze hoorde iets, maar kon het nog niet goed thuisbrengen.

“Wat hoor ik toch voor gesis?” vroeg ze zich hardop af terwijl ze de koelbox met lekkere broodjes en fruit op de picknicktafel zette. Vera zette voor ieder een bordje neer, en oma liep nog een rondje om de auto om te horen waar het geluid vandaan kwam.

“Zo Max, nu eerst wat eten en drinken,” zei Marco tegen Max na hun rondje, terwijl hij de riem vastlegde aan de picknicktafel. Uit de auto haalde hij de voerbakken van Max en vulde de ene met wat brokken, en in de andere goot hij wat water.

Een camper versierd met vrolijk gekleurde stickers parkeerde een stukje achter de auto van Tessa. De zijdeur ging open en vrolijke reggaemuziek klonk uit de camper op het parkeerterrein. Een hele kleine macramé hanger bungelde aan de binnenspiegel.

“Getverderrie, een lekke band!” zei oma, toen ze een rondje om de auto liep. “Die moet eerst gemaakt worden voordat we verder kunnen.”

Toen Tessa het winkeltje uitstapte met koffie en thee, zag ze hoe oma en de kinderen bij het achterwiel stonden. Ze zag hoe Marco knielde bij de band, en Vera wanhopig haar handen in de lucht zwaaide.

Bezorgd versnelde ze haar pas, haar hart klopte in haar keel bij het zien van de wanhopige gezichten van haar kinderen. Tot nu was de reis vlekkeloos verlopen, en ze waren goed op schema. Problemen met de auto, daar zat ze echt niet op te wachten.

Uit de zijdeur van de camper stapte een jong stel dat ook had besloten een stop te maken. Een jonge vrouw met lange blonde haren, met een fleurige luchtige groene bloemetjes jurk op blote voeten gevolgd door een jongen in korte broek en een shirt waarin zijn spieren goed te zien waren. Ze gingen zitten aan de picknicktafel een paar meter verder. Uit een mand haalden ze hun eigen broodjes en drinken.

Na een snelle blik naar de auto zette Tessa het drinken op de picknicktafel.

Het stel begroette Tessa en de rest met “Goeiemorgen.”

“Goedemorgen,” groette Tessa een beetje ongeïnteresseerd terug.

“Lekke band,” beantwoordde oma Tessa’s vragende blik. “Ik hoorde hem net leeglopen. Ik denk dat we door iets scherps zijn gereden.”

“Lekker dan!” antwoordde Tessa. “Ik pak even het boekje van de auto, dan eten we eerst wat en zoeken we uit hoe we de band moeten wisselen.”

“We moeten een garage of monteur bellen of zo, zodat zij komen om de band te vervangen,” zei oma toen ze ging zitten en broodjes uit de koelbox haalde.

“Dit gaat toch niet lang duren, mam?” vulde Vera aan.

“Geen idee, Vera,” reageerde Tessa ondertussen enigszins geërgerd.

Het tweetal aan de andere tafel hoorde het gespannen gesprek aan tussen Tessa en oma en keek elkaar knikkend aan.

“Ik hoop dat we een gewone reserveband hebben in de achterbak en niet zo’n smalle,” zei Tessa bladerend door het boekje van de auto.

“Als het goed is, heeft u met deze auto een gewone reserveband onder uw auto hangen,” zei de jongen aan de andere tafel. “Als u wilt, vind ik het geen probleem om hem voor u te vervangen.”

“Bart helpt graag, dan zijn jullie binnen no time weer op weg!” vulde het meisje aan.

“Als je voor ons wil kijken, en het niet te veel moeite is, dan heel graag,” antwoordde Tessa met een zucht van verlichting.

Bart stak de laatste hap van zijn broodje in zijn mond, stond op van tafel en liep terug naar zijn camper.

“Ik pak even mijn eigen tools uit de camper,” mompelde Bart nog kauwend op zijn laatste hap brood. “Dan hoeft de achterbak niet leeg om bij de krik te komen.”

“Ik ben Mireille, en dat is Bart,” zei het meisje. “Bart is automonteur. De camper hebben we ook zelf opgeknapt en ingericht. Auto’s zijn zijn werk en hobby, en ik vind het leuk om de hele inrichting te doen. Dit jaar gaan hebben we gepland om twee maanden te gaan toeren met de camper en zo veel mogelijk langs de kust in Frankrijk en misschien Spanje te rijden.”

“Het is toch echt geen probleem?” vroeg oma aan Mireille. “Anders bellen we gewoon de ANWB.”

“Echt niet!” beaamde Mireille stellig. “Hij zit thuis meer aan de camper te sleutelen, of in de sportschool, dan hij naast mij op de bank zit. Dit is echt een kleinigheidje voor hem. Wij hebben toch ook niet een vaste planning en dus ook geen haast om verder te gaan. We zijn onderweg naar het westen, naar de kust, lekker surfen, klimmen en genieten van het strand en de omgeving.” Ze wees naar de surfplanken op het dak van de camper. “Lekker een beetje in hippy style. We hebben zo ons huis mee en kunnen dus gaan en staan waar we willen.”

Mireille vertelde vrolijk en opgetogen over haar en Bart en hun vakantieplannen, en deze vrolijkheid werd al snel door de kinderen overgenomen.

“Kunnen jullie goed surfen?” onderbrak Vera, toen ze spontaan naast Mireille ging zitten aan de tafel.

Mireille moest lachen. “Eerlijk gezegd niet echt, joh. Maar dat is ook helemaal niet het belangrijkste, toch? We hebben er plezier in om het te doen. Als je ziet hoe we soms van de plank af vallen, kan dat best wel lachwekkend zijn.”

“Ja, sommige mensen kunnen sierlijk van hun surfboard af vallen, en anderen… eh, niet,” vulde Bart aan.

“Kom jij mij helpen?” vroeg Bart aan Marco. “Als het nog eens gebeurt, moet er toch iemand weten hoe je dit oplost, toch!” vervolgde hij met een mislukte knipoog.

Marco keek Tessa verwachtingsvol aan. “Ga maar helpen hoor. Bij de volgende lekke band kan jij het doen.”

Bart kroop met een sleutel onder de auto en draaide de beugel los die de reserveband onder de auto klemde. Binnen een paar tellen rolde de reserveband over de stoep naar Marco.

“Deze lijkt ook niet echt hard,” zei Marco toen hij het reservewiel aanpakte.

“Serieus!” zei Tessa met verheven stem.

“Niets aan de hand. Deze pompen we even weer op en dan is hij er helemaal klaar voor. Het is gewoon een nieuwe band, maar omdat hij al lang onder de auto hangt, is hij gewoon niet zo hard meer. Dat is vrij normaal.”

Aan de andere tafel zaten Mireille en Vera druk met elkaar te praten over alles wat ze wilden gaan doen in hun vakanties. “We zijn nu onderweg richting Brest,” zei Mireille. “Daar kunnen we goed surfen, maar eigenlijk willen we graag de ‘Pointe de Pen-Hir’ beklimmen. “

“Cool! ben je dan niet heel bang dat je van de berg af valt?” vroeg Vera opgewonden “ik wil graag paardrijden in de omgeving bij ome Johan. Mama zegt dat dat wel kan.”

“Nee joh.” antwoordde Mireille speels. We klimmen met touwen en zitten altijd goed vast.

Oma had na het vroege ontbijt een kleedje uit de auto gepakt en was even met haar ogen dicht op het gras gaan liggen. Ze had vertrouwen dat het goed zou komen met de band. Er klonk een zacht gesnurk van het kleed. Tessa, Mireille en Vera waren ondertussen ook druk in gesprek over hun vakanties.

In de tussentijd had Bart met zijn compressor de reserve band opgepompt. Hij en Marco waren nu hard aan het werk in de ochtend zon de lekke achterband te vervangen. Bart vertelde uitgebreid over auto’s, en ook hoe je banden verwisseld, Marco vroeg hem nog veel meer.

“Als ik wat voor jullie terug kan doen,” onderbrak Tessa nu opgelucht het gesprek tussen Mireille en Vera, “dan hoor ik het graag.”

“Is niet nodig hoor. ” Antwoordde Mireille “Het enige dat ik graag van je zou willen weten is waar en wanneer het middeleeuws festival is. Ik ben dol op dat soort dingen. Een gekostumeerd feestje vind ik altijd leuk.”

“Over morgen begint het festival in Combourg bij het Château de Combourg.” vertelde Tessa “Het is een hele week waarin van alles te doen is. Een markt, riddergevechten oude ambachten, en eigenlijk alles wat er in de middeleeuwen op en rond de stad heeft afgespeeld.”

“En dat duurt een hele week?” vroeg Mireille.

“Ja, en ik geloof dat er de laatste zondag avond nog een groot ‘Bal’ is op het binnenplein met middeleeuwse muziek, dans en spellen.”

“Kijk hier.” zei Tessa toen ze haar telefoon pakte en op haar facebook foto’s liet zien van het festival de eerdere jaren.

“Oooooh, Mag ik je toevoegen op Facebook?” onderbrak Mireille “Als wij dan ook in de buurt komen kunnen we misschien even contact leggen, of misschien wat afspreken.”

“Dat vind ik een goed idee. Ik ben ook wel benieuwd naar jullie surf en klim avonturen.” Tessa en Mireille voegde elkaar toe op Facebook.

Opnieuw klonk er gesis bij de auto vandaan. De krik met de auto zakte omlaag. Tessa keek verschrikt op, en zag Marco en Bart naast de auto staan. “Zo, die zit er onder.” zei Bart. Marco stond er naast met een grote glimlach en beide duimen de lucht in.

Bart en Marco gaven elkaar een high five, en namen weer plaats op hun plekken aan tafel.

“De auto is er weer helemaal klaar voor mevrouw.” zei Bart terwijl hij de thermoskan uit hun mand pakken om een nieuwe bak koffie te pakken. “Als u op bestemming bent kunt u het beste even langs de garage gaan om of de oude band te laten maken, of een nieuwe reserve band te halen.”

Opgelucht zuchtte Tessa. “Er is echt niets anders dat wij voor jullie kunnen doen? Je heb ons zo goed geholpen.”

“Nee hoor mevrouw. Ik ben blij dat ik jullie zo heb kunnen helpen.”

“Nou super bedankt in ieder geval. Moeten jullie ook nog ver vandaag?” vroeg Tessa.

“We hebben voor vandaag nog denk ik zo’n 250 kilometer te gaan nog tot Caen. Dan willen we aan de kust een plekje zoeken om één of twee nachtjes te blijven, en daarna door richting Brest. we zullen wel zien hoe het gaat lopen.”

“Die afstand is nog goed te doen.” Bevestigde Tessa “Wij hebben denk ik nog ongeveer 400 kilometer te gaan tot Combourg. We hadden de planning daar zo rond het middaguur aan te komen, maar met deze vertraging zal het wel een uurtje of 2 later worden. We moeten zo Ome Johan maar even bellen dat het wat later gaat worden. Het is jammer, maar we hebben vakantie en laten dit de stemming niet beïnvloeden”

“Ik denk dat wij weer verder moeten gaan, dan zijn we nog redelijk op tijd bij ome Johan en tante Yvette.” Tessa pakte de ontbijtspullen weer in, zette alles terug in de auto en maakte oma weer wakker.

“Gaat iedereen nog even naar de WC!” zei Tessa. “De volgende stop is pas over 2 à 3 uur”

Familie de Ruiter nam afscheid van Mireille en Bart, en vervolgde hun weg naar Combourg.

Hoofdstuk 10 – Zwemwedstrijd


Ome Johan, en tante Yvette stonden al op de uitkijk om Oma, Tessa en de kinderen te verwelkomen bij hun huis in Bretagne. Toen de auto het pad opreed sprong tante Yvette druk op en neer, en Ome Johan opende geland de deur voor Oma om uit te stappen.

“Welkom in ons huis!” riep tante Yvette uitgelaten.

Marco en Vera staarden hun ogen uit. Het huis was veel groter dan ze hadden verwacht, met een rieten dak en mooie stenen gevels. Een grote, oude eik stond in de achtertuin en trok eigenlijk direct Marco’s aandacht. Voor een eik was deze heel recht en dik, met een aantal dikke vertakkingen. De kop van de boom zat helemaal vol met bladeren die sierlijk mee bewogen en ritselden in de wind. Over de eik zag hij direct een gloed die hij ook zag over het veld bij Guus in zijn tuin.

“Kijk eens wat een mooi huis jullie hebben!” zei Tessa bewonderend.

“Dank je wel Tessa.” antwoordde Johan. “Ik had jullie wel een paar uurtjes eerder verwacht.”

“Ja, dat was ook wel een beetje de bedoeling maar we hadden een lekke band tijdens een koffie stop al in Frankrijk. Een heel aardig stelletje heb geholpen de reserveband er op te zetten. Voor we weer terug gaan moet ik nog wel even langs een garage de lekke band te laten maken of vervangen.”

“Kom binnen, kom binnen!” drong tante Yvette aan. “Ik heb al een heerlijke quiche gebakken en een grote salade gemaakt. Jullie kunnen zo na het eten wel de spullen uit de auto halen en jullie kamers bekijken.”

Terwijl ze de deur opende, kwam een grote, harige hond aanrennen. “Dit is Coco,” zei tante Yvette, terwijl ze de hond aaide. “Hij is dol op nieuwe mensen.” Coco is onze grote vriendelijke Reus.

Op het terras in de achtertuin hadden ome Johan en Tante Yvette de tafel mooi gedekt. Oma, Tessa en de kinderen gingen hongerig aan tafel zitten.

“Ome Johan? Waar is het zwembad?” vroeg Vera terwijl ze druk om zich heen keek om de hele tuin in haar op te kunnen nemen.

Ome Johan hoorde het wel, maar deed net als of hij Vera niet hoorde, en reageerde niet. Hij gaf Tessa een knipoog.

Tessa haalde haar schouders op, en keek naar Vera met een vragende blik.

Marco voelde zich nog een klein beetje onwennig op deze plek. Hoewel de omgeving voor hem helemaal onbekend is, had hij toch een gevoel van thuis komen. Hij kon het nog niet goed plaatsen.

“Ik wil zo echt wel een duik nog nemen ome Johan.” vulde Marco Vera aan.

Ome Johan’s ogen twinkelden. Hij herinnerde zich zijn eigen jeugd, toen hij en zijn vrienden altijd watergevechten hadden in de sloot achter zijn huis. “Natuurlijk kunnen jullie zo zwemmen. Het water is lekker warm, en ik denk dat Ik er ook nog wel even bij kom een paar baantjes trekken.”

Na het eten werd de auto leeg gehaald. Ome Johan hielp Oma met haar spullen naar een eigen kamer in het grote huis, en Tante Yvette liet Tessa, Marco en Vera allemaal hun eigen kamer zien in het gasten verblijf.

“Daar is het zwembad!”, gilde Vera uit toen ze vanuit haar kamer uit het raam keek. Ze kon vanuit haar kamertje het hoofdhuis zien, en naast het huis was het zwembad zo in gegraven dat het door de zon goed warm gehouden werd.

Marco, in de kamer naast Vera kon het ook zien en riep “Yes! Dat is een groot bad!”. De kinderen zagen nog net hoe Ome Johan een duik in het water nam.

De kinderen sloegen snel hun koffers open, naarstig op zoek om hun zwemkleding aan te trekken.

“Volgens mij heeft Johan een plannetje bekokstoofd”. sprak tante Yvette tegen Tessa. “Hij mag graag een paar baantjes trekken maar meestal is hij niet zo snel in het water”

“Ik zou het niet weten.” Antwoordde Tessa. “Maar ik ga ook eerst mijn bikini aan trekken dan ga ik ook nog even afkoelen. Dat zwembad ziet er wel heel lekker uit.”

Marco en Vera renden in hun bad kleding langs Tante Yvette en hun moeder lijnrecht naar het zwembad.

en vlak voor dat ze bij het zwembad aan kwamen sprong Ome Johan omhoog met 2 volle super-soakers en spoot Marco en Vera nat nog voor ze in het zwembad konden duiken.

“Heeee!”, schreeuwde de tweeling tegelijk, hun ogen wijd open van verbazing. Maar voordat ze konden reageren, had Ome Johan nog een paar stralen water op ze afgevuurd.

“Bommetjeeeh!”, gilde Marco en Vera tegelijk, en sprongen zo dicht mogelijk bij Ome Johan in het zwembad. Het warme water spatte in alle richtingen. Ome Johan barstte in lachen uit terwijl de kinderen hem nog verder met hun handen nat spetten. Snel dook hij onder water om een paar meter verder weer omhoog te komen.

“Goed gedaan!” riep hij. “Nu zijn we allemaal nat!”

“Marco! Dit is echt een mega groot zwembad zeg.”

“Echt wel.” Antwoorde Marco.

“Ja, Als ik zeg een paar baantjes te gaan trekken dan moet ik ook wel wat slagen kunnen maken toch. In een klein rond zwembad kan dat toch niet.,” Lachte ome Johan. “en er is ook niets lekkerder dan lekker zonnen op je luchtbedje op het water. Maar wel goed opletten dat je vaak afkoelt in het water de zon is hier over het algemeen een stuk sterker als in Nederland.”

“Oma had het hele tafereel van een tuinstoel op het terras gade geslagen en moest hardop lachen. Ze kon de watergevechten vroeger met haar broer Johan nog goed herinneren. Ze pakte een flesje zonnebrandcrème met een geur van kokosnoot en smeerde haar armen in. Ze sloot even haar ogen en genoot van de warmte.

‘Jullie herinneren me zo aan mijn jeugd,’ zei ze, haar stem zacht en vol nostalgie. ‘Johan en ik sprongen altijd in de rivier achter ons huis. We hadden zulke watergevechten dat we helemaal doorweekt waren als we thuiskwamen. En dan zaten we ’s avonds bij het haardvuur op te drogen.’

Marco en Vera keken haar met grote ogen aan. ‘Echt waar, Oma?’ vroeg Marco, zijn ogen sprankelend van nieuwsgierigheid. ‘Ja hoor,’ lachte Oma. ‘Jullie zijn net als wij vroeger.’

“Ik heb je maar wat vaak uit het water moeten trekken,” vulde Ome Johan aan, terwijl hij een knipoog naar Marco gaf.

“Je moet de kinderen niet alles vertellen Johan.” zei oma.

“Toen Johan en ik nog kinderen waren was zwemles nog helemaal niet zo gewoon als nu hoor! Maar pas maar op als ik mijn badpak aan heb.”

Marco en Vera keken elkaar aan, hun ogen wijd open van verbazing. “Oma gaat zwemmen?” vroeg Vera.

“Doet u wel voorzichtig Oma,” zei Marco bezorgd. Hij keek naar zijn oma met grote ogen. Hij kon zich gewoon niet voorstellen dat zijn altijd zo rustige oma nu ineens in het zwembad zou springen.

“HAHA, Maak je om mij maar niet druk Marco.” lachte oma de opmerking van Marco weg. “Het is Johan en jullie die moeten uitkijken! We doen zo wel een wedstrijdje over een baantje met z’n 4 en als ik zo mijn snelle badpak aan heb.”

Ondertussen hadden Tessa en tante Yvette, voor hun zelf ook een stoel aangeschoven om naast Oma onder een grote gekleurde parasol in de schaduw te gaan zitten. Ze keken naar de kinderen die in het zwembad spetterden en lachten. ‘Die kinderen vermaken zich voorlopig wel in het zwembad,’ zei tante Yvette met een glimlach. ‘Ik zal voor jullie een lekker glaasje limonade inschenken. Met een schijfje citroen en wat munt, natuurlijk.'”

“Willen de KINDEREN IN HET ZWEMBAD ook nog wat drinken?” Riep tante Yvette luid in de richting van het zwembad in de hoop over het lawaai van het opspattende water en het plezier van de kinderen uit te komen.

Zonder reactie uit het zwembad, liep Yvette naar binnen, en besloot voor de zekerheid maar een extra grote kan limonade te maken en voldoende glazen voor iedereen mee naar het teras te nemen.

Met een vol dienblad kwam Tante Yvette terug bij het terras en zag dat de stoel van oma leeg was.

“Ze is haar badpak aan het aantrekken.” reageerde Tessa op de vragende blik van Tante Yvette.

“Aha, Logisch” lachte Tante.

Een paar minuten later klonk er een “Tadaaaa!” vanuit de schuifpui van het huis. Oma had zich in een fleurig gebloemde badpak gestoken, met een bijpassend fel gekleurde badmuts op.

Oma liep naar de de korte kant van het zwembad, en wenkte Johan en de kinderen uit het water.

“Kom op jullie… Wedstrijdje! Wie het eerst aan de overkant is!”

“Dat win je nooit zei Johan.”

“Als ik win!”, zei oma bedachtzaam “Als ik win…. Mag ik de rest van de avond blijven zitten en halen jullie mijn drinken en lekkers.”

“Deal” antwoordde Marco en Vera in koor.

Ook Johan knikte naar oma.

“Mam geef jij het startsein?” Riep Vera.

De vier zwemmers lijnden zich op aan de korte kant van het zwembad. Eerst Marco, daarnaast Ome Johan en Vera, en dicht bij de hoek Oma.

“3……..2………1…….. Start” riep Tessa vanaf het terras.

Ome Johan, Marco en Vera doken als volleerde zwemmers het water in en zwommen zo hard als ze konden het bad over, maar oma gniffelde, en liep op een drafje om het zwembad heen naar de overkant, en sprong bij de laatste meter nog het water in om als eerste aan te tikken.

Johan tikte als 2e aan, keek op en zag direct dat Oma al gefinisht was.

Een paar tellen later tikte Vera en Marco bijna gelijktijdig aan, en zagen vol verbazing dat oma ook al gefinisht was.

“Oma heeft gewonnen riep Tessa hard lachend vanaf het terras. zij was als eerste aan de overkant.”

“Goed gedaan zus… Goed gedaan” gaf Johan schoorvoetend toe.

Marco en Vera keken elkaar vragend aan. “Hoedan?” vroeg Marco zich hard op af.

Oma lachte hard terwijl ze het trappetje gebruikte aan de zijkant om met moeite het bad weer uit te klimmen. Vol trots liep oma weer terug naar het terras, waar Tessa en Yvette haast van hun stoelen rolde van het lachen.

Na een verschillende schalen met lekkernijen, en kannen met koele limonade was het al snel avond geworden. De familie besloot op tijd te gaan slapen om de volgende dag fris Combourg te gaan ontdekken.

Hoofdstuk 11 – De ontdekking


Vroeg in de morgen werd Marco gewekt door een luid gekraak van buiten, gevolgd door een zware plof. Nieuwsgierig sprong hij uit bed en schoof de gordijnen open. Wat had dat lawaai veroorzaakt? De oude eik was vanuit zijn raam niet goed te zien, maar de gloed die hij de dag ervoor had opgemerkt was veranderd. Snel trok hij wat kleren aan en snelde naar beneden. Beneden hoorde hij de klok zes uur slaan.

Marco liep met bonzend hart over het veld richting de boom. Max was met Marco naar buiten geschoten en rende direct vrolijk over het veld met Marco mee. Met de opkomende zon kon Marco nog van een afstandje goed de gloed zien nu, maar hij leek nu onderbroken te zijn, alsof er een gat ingeslagen was.

Tussen de wortels van de oude eik lag een dikke tak die was afgebroken. Marco liep er nieuwsgierig naar toe en zag dat er iets tussen de takken zat. Het leek wel iets van metaal, een ovale schijf zo groot als zijn handpalm. Met moeite wist hij de schijf los te wrikken uit de tak. Hij was verweerd en er zaten een paar roestige plekken op, maar duidelijk al heel lang onderdeel van de boom. De ene kant was glad, de andere kant bevatte inscripties of tekens die Marco niet herkende. Hij probeerde met zijn nagels het vuil en hout tussen de inscripties weg te krabben, maar dat lukte nauwelijks. Iets aan deze schijf kwam hem bekend voor…

“Wat heb je daar?”

De stem van Ome Johan haalde Marco abrupt uit zijn concentratie. Geschrokken draaide hij zich om. Ome Johan stond met Coco naast hem, zijn ogen gericht op de schijf in Marco’s hand.

“Waar heb je die gevonden?”, vroeg hij met een verbaasde blik.

“H-hier… in de tak. Hij is vanmorgen afgebroken. Deze schijf zat er tussen”, stamelde Marco. Voorzichtig gaf hij de schijf aan Ome Johan. Die bekeek hem van alle kanten.

“Dit lijken wel runetekens”, zei Ome Johan. “Ik heb binnen nog wel een zachte borstel, dan kunnen we proberen de schijf schoon te maken.”

Terwijl ze richting de schuur liepen, bekeek Ome Johan de schijf nog eens goed. Coco rende naar Max toe om te spelen. In zijn enthousiasme knalde hij tegen Max aan en rolde blaffend verder over de grond.

“Het lijkt wel een amulet…” merkte ome Johan op. “Een hanger voor aan een ketting. Kijk, hier boven zit een gat waar een touw of zo doorheen kan om hem aan je nek te hangen.”

Ome Johan gaf de amulet weer terug aan Marco.

Bij Ome Johans woorden trok Marco’s gezicht bleek weg. Hij voelde een rilling langs zijn ruggengraat gaan, en bekeek de schijf nog eens goed.. “D-dit…”, stamelde hij. “Dit lijkt wel op de amulet van Gabriël… Weet je nog, die man uit mijn droom? Hij droeg zo’n zelfde amulet…”

“Gabriël?”, vroeg Ome Johan. “Wie is dat ook al weer?” “Die man uit mijn droom…”, zei Marco, terwijl hij zich de details van zijn droom probeerde te herinneren. “Hij had een wolfshond bij zich, Balder, en hij vertelde over vijf amuletten. Voor alle elementen: lucht, vuur, water, aarde en… en…”

“Ether”, vulde Ome Johan aan. “Ether is het vijfde element. Tenminste, dat beweren sommigen. Ik vind het allemaal nogal vaag.”

In de schuur zocht Ome Johan tussen zijn gereedschap naar een geschikte borstel. Aan een spijker boven zijn werkbank, tussen alle schroevendraaiers en tangen, hing een zachte stoffer.

Ome Johan pakte de stoffer van de haak, en gaf deze en een poetsdoek aan Marco.

“Voor een stuk metaal dat zo lang in een boom heeft gezeten, ziet het er nog wonderbaarlijk goed uit”, zei Ome Johan, terwijl Marco met de stoffer het ergste vuil van de schijf veegde. “Er lijkt wel een soort tak of zo op te staan… maar wat het precies moet voorstellen, weet ik ook niet. Ik heb hier nog wel een stuk koord, dan kun je hem om je nek hangen.”

“Denkt u dat ik dat moet doen?”, vroeg Marco aarzelend. Hij was nog steeds overdonderd door de gelijkenis tussen deze amulet en die uit zijn droom.

“Waarom niet?”, zei Ome Johan. “Misschien ontdek je zo wel wat het betekent. Je moet deze amulet meenemen naar het festival. Daar zijn vast wel kraampjes of tentjes met mensen die er meer van weten. Of je kunt Tante Yvette vragen zij is ook wel eens met rune tekens en zo bezig geweest.”

“Wat zijn jullie aan het doen?”

Vera stond in haar badpak in de deuropening van de schuur. Ze was ook al wakker geworden en naar buiten gekomen. Marco liet haar de amulet zien.

“Kijk!”, zei hij. “Ik heb een metalen schijf gevonden in die tak die vanmorgen is afgebroken.”

Vera bekeek de schijf zonder veel interesse. “Cool!”, antwoordde ze nonchalant. “Ik spring nog even het zwembad in voor het ontbijt. Mama slaapt nog steeds.”

“Zo zo, Jij bent ook al vroeg wakker, het is net aan zeven uur. Heb je ook de tak horen afbreken?”. vroeg Ome Johan Vera.

“Nee Hoor ome. Ik moet altijd wennen aan een ander bed en een andere omgeving. Gisteren onderweg heb ik nog goed geslapen. Eigenlijk ben ik meestal wel vroeg wakker.” “En overdreven vrolijk!” voegde Marco een tikkeltje sarcastisch toe.

Ome Johan gniffelde en stapte de schuur uit. “Ik zal eerst het zwembad open gooien dat jij er in kan Vera, en dan zal ik Yvette helpen het ontbijt klaar te maken. Ik denk dat jullie ook wel een vers gekookt eitje lusten?”

Marco concentreerde zich verder met het schoonmaken van de Amulet. Hoe meer hij borstelde en poetste, hoe meer de tekeningen op de amulet weer duidelijker werden en de amulet ook weer begon te glimmen.

Marco reeg het koord door de schijf, twijfelde even maar hing hem toch om zijn nek. Een rilling ging door zijn lichaam. Zo’n rilling als het moment dat je net in slaap valt.

“Wow!” verzuchtte Marco. Hij sloot de deur van de schuur en liep over het gras de veranda op.

“Goeie morgen tante.” begroette Marco tante Yvette die met een stapel borden de veranda op kwam lopen.

“Goeie morgen Marco. Heb je goed geslapen? heb je ook zo’n zin in het festival vanmiddag? ik wel hoor”

“Ik heb prima geslapen!” Antwoordde Marco tante Yvette. “Ik werd vanmorgen alleen wakker gemaakt door een tak die afbrak uit de oude eik. In de tak vond ik deze Amulet. Ik denk dat hij heel oud is. Weet u misschien wat dit voor teken is?”

Tante Yvette bekeek de amulet heel uitgebreid en aandachtig. “Hmm… Dit lijkt wel op Algiz, een runeteken. Algiz is een van de 24 runen in het oudgermaanse futhark alfabet, Ik weet niet heel zeker of dit ook echt Algiz is. Algiz is een runeteken dat bescherming en verbinding met de hogere machten en natuur symboliseert. Op het festival vanmiddag zijn ongetwijfeld mensen die daar veel meer van weten. Wat een mooie vondst.”

Tante Yvette zette voor iedere stoel op tafel een bord neer. “En deze amulet vond je op de afgebroken tak?”

“Ja!” antwoordde Marco. “Het leek wel of hij in de boom was mee gegroeid, en zo ingegroeid was in de tak. Volgens mij moet hij dan al heel lang vast hebben gezeten in de boom.”

“Ja dat zou je wel denken ja. Deze boom stond hier al zo groot toen wij jaren geleden hier kwamen wonen. Ik heb het ook altijd een bijzondere boom gevonden.”

Op het moment dat tante Yvette weer terug liep de keuken in om nog meer te halen kwam Tessa met haar telefoon aan haar oor het grasveld over lopen naar de veranda. Marco kon nog net horen dat ze zei “…. is goed Mireille, dan bellen we vanmiddag nog even. Leuk!” “Kijk is mam! Vanmorgen is er een hele grote tak afgebroken uit de oude eik. Waar de tak is afgebroken zat dit amulet vast gegroeid. Volgens tante Yvette is het een of ander rune teken. Ik heb geen idee wat het precies betekend. Weet je nog dat ik laatst vertelde over Gabriël uit mijn droom, hij had net zo iets om zijn nek hangen.”

Tessa keek geïnteresseerd naar de amulet. “Dat moet dan wel een heel oud amulet zijn, Marco. De amulet zat dan wel heel hoog in de boom. Zo te zien is hij ook heel goed bewaard gebleven zo.”

“Kijk naar deze tekens, Marco,” zei Tessa, terwijl ze het amulet tegen het licht hield. “Ze lijken wel een geheime taal te vertellen. Ik ben benieuwd wat ze betekenen.”

“Klopt ja mam. ik heb hem net een beetje schoon gemaakt. Volgens ome Johan zijn er misschien op het festival nog mensen die er meer van kunnen vertellen.”

“Dat zou mooi zijn ja. Ik kan mij niet voorstellen dat je hem zo toevallig gevonden heb.”

Vera, die tot nu toe vooral geïnteresseerd was geweest in haar telefoon, keek op. “En misschien vinden we daar wel een draak,” zei ze met een knipoog. “Of een tijdmachine! Haha”

Marco keek geïrriteerd zijn zus aan. “Doe is normaal joh!”

Terwijl tante Yvette en ome Johan de keuken uit kwamen met een schaal met gemengd fruit, en voor iedereen een eitje waren Oma en Vera ook aan tafel komen zitten.

“Ik had net Mireille aan de telefoon” begon Tessa. “Bart en Mireille zijn gisteren ook nog door gereden tot Coumborg en hebben daar overnacht. Zij gaan vandaag ook nog naar het festival. Ik heb met Mireille afgesproken vanmiddag nog even te bellen als wij ook op het festival zijn om met zijn alle een kop koffie of thee te gaan doen.” Vertelde Tessa terwijl ze een croissantje open sneed.

“Jaaaa!”, reageerde Vera enthousiast.

“Bart en Mireille hebben we ontmoet toen we gisteren de lekke band hadden. Bart heeft toen de band vervangen.” Verklaarde oma verder aan Johan en Yvette.

“Dat had ik ook al begrepen ja.” Bevestigde Yvette terwijl ze voor iedereen een glas versgeperste Jus-de-orange in schonk.

Tijdens het ontbijt ging het gesprek nog uitgebreid over het festival en alle activiteiten die er op het kasteelterrein zouden zijn. Ome Johan vertelde uitgebreid over alle informatie die hij de laatste tijd had verzameld uit de kranten en folders die hij met de post had ontvangen. Vandaag stond de grote markt op de agenda, en verschillende paarden evenementen. Later in de week zouden er nog verschillende muzikale evenementen zijn, en de laatste avond een groot middeleeuws bal.

Marco keek nog eens aandachtig naar het amulet toen het leek alsof die begon te pulseren in zijn handen. Een rilling schoot door zijn lichaam, alsof er een elektrische stroom doorheen liep. Zijn hart bonkte in zijn keel. Hij kon zijn ogen niet afwenden van de glimmend metalen schijf. De inscripties leken te dansen voor zijn ogen, alsof ze hem een boodschap wilden overbrengen. Op het festival, hopelijk bij een van de mysterieuze kraampjes, zou hij vast meer te weten komen over de kracht die hij in zijn handen hield. Hij dacht terug aan de droom die hij had gehad met Gabriël. Was dit het begin van iets groots?

Hoofdstuk 12 – Het festival


Ome Johan, Yvette en oma waren al vooruit gereden naar het festivalterrein in Combourg. Tessa en de kinderen volgden in een andere auto. Vanaf het huis van Ome Johan en tante Yvette was het eigenlijk maar een ritje van een paar minuten, maar omdat ze verwachten nog wel veel te moeten lopen op het festival was besloten toch maar de auto te nemen. Nadat ze hadden geparkeerd, liepen ze samen het terrein op. Het was druk. De lucht was gevuld met de geuren van heerlijk eten en de onmiskenbare geur van paardenmest. Marco’s aandacht werd direct getrokken door de grote markt met tenten en kraampjes op het grasveld, vlak bij het kasteel. Er stonden allerlei tenten, van klein tot groot, waar van alles te doen was.

“Kunnen we eerst een rondje over de markt doen, mam?” vroeg Marco enthousiast, terwijl hij al richting de eerste grote tent liep.

“Nee, mam!” riep Vera terwijl ze haar broer tegenhield. “Ik wil eerst naar de paarden kijken. Het ziet er naar uit alsof er nu iets begint.”

“Ik heb een idee,” zei ome Johan. “Ik ga met Marco alvast over de markt, en jullie gaan met Vera mee naar de paarden.”

“Ik ga graag met Johan en Marco mee,” onderbrak Yvette. “Ik ben heel benieuwd of we meer kunnen vinden over de amulet. Dan spreken we over een uurtje af op het terras bij het kasteel.”

“Prima, tot straks,” antwoordde oma. “Wij gaan naar de paarden.”

Nog voordat iedereen uitgesproken was, rende Vera al richting de paardenbaan, en Marco liep richting de markt. Ome Johan en tante Yvette volgden snel achter hem aan, terwijl de rest van de familie Vera achterna ging.

Een enthousiaste stem klonk door de speakers, volgens Tessa werd er een parade van paarden en ridders in middeleeuwse uitrusting aangekondigd.

“Kom op, daar is nog een plekje voor ons naast de baan. Dan kunnen we alles goed zien,” riep Vera, terwijl ze naar de rand van de baan rende.

De omroeper vertelde in het Frans over de paarden en hun ruiters, en Tessa, die maar een beetje Frans verstond, vertaalde zoveel mogelijk voor Vera en oma. Vera pakte haar telefoon om foto’s te maken van de paarden en ridders. “Dit vindt Guus ook geweldig. Ik moet hem wat foto’s sturen.”

Ondertussen hadden ome Johan en tante Yvette moeite om Marco bij te houden terwijl hij zich over de markt tussen de marktkramen en tenten bewoog. Plotseling bleef Marco stilstaan.

“Dit kan niet!” stamelde hij toen ome Johan en Yvette naast hem kwamen staan. “Dit kan echt niet. Dat lijkt Gabriël wel.” Marco wees naar een man die van hen weg liep, richting een kleine tent, met een grote wandelstok in zijn hand. Ome Johan zag nog net hoe de man de tent binnenging.

“De man uit jouw droom, Marco? Dat kan geen toeval zijn. Ik denk dat je hem moet aanspreken. Misschien weet hij meer over jouw amulet.”

Marco liep vastberaden, maar voorzichtig naar de tent. De mensen om hem heen leken te verdwijnen; het voelde alsof hij door een tunnel liep, gefocust op de bruine tent. De ronde tent had een puntdak en aan verschillende stokken hingen lantaarns met brandende kaarsen. De tent was versierd met tekeningen en er hingen bosjes kruiden. De ingang bestond uit twee over elkaar geslagen doeken.

Terwijl Marco een van de tekeningen bekeek, ging de deur open en de man die eerder de tent was ingegaan, stapte naar buiten.

“Bonjour!” groette hij vrolijk.

Marco keek de man aandachtig aan en zag dat hij een amulet om zijn nek droeg. Het was niet Gabriël, maar het amulet leek wel erg veel op dat van Gabriël.

“Hello,” antwoordde Marco in het Engels, want Frans sprak hij niet. Hij greep naar zijn eigen amulet en toonde het voorzichtig aan de man.

“Algiz,” zei de man met verbazing.

Ome Johan sprak de man in het Frans aan en legde uit dat Marco uit Nederland kwam en geen Frans sprak.

De man knikte en keek zwijgend naar Marco’s amulet. Voorzichtig pakte hij het vast en wreef over het metaal.

“C’est fantastique,” stamelde hij. “Fantastisch,” voegde hij eraan toe in gebrekkig Nederlands.

Marco keek vragend naar ome Johan, die zijn schouders ophaalde.

“Excusez-moi,” vervolgde de man. “Ik ken een beetje Nederlands. Waar heb je deze amulet vandaan?”

Zijn stem klonk ineens serieus, Hij was duidelijk onder indruk van door het zien van de amulet. Ome Johan legde zijn hand op Marco’s schouder om hem te laten weten dat hij er was. Tante Yvette was inmiddels ook bij hen gekomen, maar had moeite gehad hen in te halen in haar wijde jurk.

Nog voordat Marco antwoord kon geven, opende de man de ingang van de tent. “Kom binnen, kom binnen,” nodigde hij hen uit.

“Welkom in mijn tent, mijn naam is Jordyn. Je hebt een heel bijzondere amulet, jongeman. Kun je me er iets over vertellen? Wat weet je ervan?”

Ome Johan knikte bemoedigend naar Marco.

“Ik ben Marco, en het enige dat ik weet is dat ik het vanmorgen heb gevonden in een afgebroken tak. Meer weet ik er niet van,” zei hij voorzichtig. “Ik heb hem een beetje schoon proberen te maken met een doek en een borstel”. Hij aarzelde om Gabriël en de droom te noemen, maar herkende Jordyn’s amulet duidelijk als dat van Gabriël.

“Je hebt iets heel bijzonders om je nek hangen, iets waarvan we dachten dat het honderden jaren geleden verloren was gegaan. Weet je er echt niets meer van?”

“N-n-nou,” stotterde Marco, “de ketting die u om uw nek heeft, heb ik eerder in een droom gezien bij Gabriël. Kent u hem? U lijkt erg op hem.”

“Aaah, non. Monsieur Gabriël ken ik niet. Hij was vast een eerdere drager van mijn amulet, Uruz. Je droom is vast heel belangrijk. Wil je me er meer over vertellen?”

Marco begon voorzichtig te vertellen over zijn droom en zijn ontmoeting met Gabriël. Terwijl hij sprak, voelde hij zijn amulet trillen en tintelingen over zijn lijf. Hij vertelde over de vijf amuletten voor de elementen lucht, water, aarde, vuur en ether. Naarmate hij verder sprak, voelde hij zich steeds energieker.

Jordyn luisterde aandachtig zonder Marco te onderbreken. Toen Marco klaar was, haalde Jordyn een oud, stoffig boek tevoorschijn.

“Dit is het journaal dat bij mijn amulet hoort. Als Gabriël een eerdere drager was, zou hij hier in moeten staan.”

“Aha, hier is hij. Ik heb Gabriël gevonden. Hij was inderdaad een drager van Uruz. Hij trok veel rond, ook hier in de omgeving. Incroyable,” fluisterde hij, terwijl hij plotseling stilhield bij een passage.

“Wat is er?” vroeg Marco.

“Hier staat dat Gabriël in de vroege middeleeuwen ook in Combourg is geweest. Hij reisde samen met Freya. Zij was de enige vrouw die Algiz heeft gedragen, en volgens dit journaal was zij de laatste houder van Algiz, tot nu toe.”

“Hoezo tot nu toe?” vroeg Marco.

“Waarom? Een amulet als deze kiest zelf zijn waardige drager. Soms gebeurt dat door overlevering, maar soms verdwijnt het amulet jarenlang voordat het weer een nieuwe drager kiest.”

“Dus Freya was in de middeleeuwen de laatste drager van dit amulet?” vroeg Marco.

“Oui, ja,” antwoordde Jordyn. “Zo staat het hier geschreven in mijn journaal. Het lijkt erop dat Algiz nu weer een waardige drager heeft gevonden.”

Ondertussen was de parade van paarden en ridders in volle gang. Vera, oma, en Tessa genoten van de prachtige paarden en de schitterende kostuums die voorbij kwamen, zelfs een paar paarden die wagens trokken.

“Kijk, mam! KIJK!” riep Vera enthousiast. “Daar zit Mireille op die wagen! Zie je dat? Ze draagt een prachtige jurk!”

“MIREILLEEEE!” schreeuwde Vera terwijl ze wild zwaaide.

Mireille zag haar en zwaaide breed lachend terug. Ze gebaarde dat ze naar het andere einde van de paardenbaan moesten komen.

“Kom op!” riep Vera opgewonden naar haar moeder en oma. “Laten we haar volgen!” Ze renden met de wagen mee naar het einde van de baan.

Toen Mireille van de wagen stapte, sprong Vera in haar armen voor een stevige knuffel. Mireille aaide haar over haar hoofd en zei vrolijk: “Hoi hoi!”

“Mireille, hoe kom jij op deze wagen? En wat een prachtige, sterke paarden!” vroeg Vera bewonderend.

“Ja, Vera, dit zijn Bretons, een ras dat uit deze omgeving komt. Ik was vanmorgen al verkleed voor het festival, en toen vroeg de eigenaar van de paarden of ik mee wilde rijden in de parade. Vanmiddag is er nog een parade, en dan mag ik weer mee. Echt fantastisch! Maar waarom ben jij niet verkleed?”

“Ik heb helemaal geen verkleedkleren meegenomen voor het festival,” verontschuldigde Vera zich. “Dat ben ik helemaal vergeten.”

Mireille ging naast haar staan legde haar hand op Vera’s schouder en glimlachte. “Hmm… Ik denk dat ik nog wel iets moois voor je heb in de camper, als je dat wilt. Iets dat je zeker zal passen.”

“Mag dat, mam?” vroeg Vera enthousiast.

Tessa keek twijfelend naar Mireille.

Mireille richtte zich tot Tessa. “We kunnen even naar de camper lopen, die staat achter op het parkeerterrein. Dan kan Vera ook een mooie jurk aan. Bart is daar bezig met een reparatie aan de zonnepanelen.”

Tessa keek even naar oma voor bevestiging. “Weet je wat,” zei Tessa, “loop jij met Mireille mee voor de jurk, dan gaan oma en ik alvast naar dat terrasje daar. We bestellen wat te drinken. Marco en de anderen komen daar ook zo heen. We zien jullie daar dan weer terug.

Tessa sprong bijna van blijdschap en pakte Mireille’s hand vast.

“Top,” zei Mireille, “tot zo!” Ze huppelden samen naar de camper om een verkleedjurk voor Vera te vinden.

Terwijl Oma en Tessa op het al redelijk volle terras in de schaduw een plekje zochten, waren Ome Johan, Tante Yvette en Marco in de tent van Jordyn druk in gesprek.

“Jij hebt de amulet Uruz die verbinding heeft met Aarde, en dit is Algiz Ik neem aan dat deze ook verbinding heeft met een van de elementen toch?” vroeg Marco.

“Jazeker.” antwoordde Jordyn. “Algiz is verbonden met het element Ether, en is eigenlijk de belangrijkste van al deze vijf amuletten. Als je denkt dat ieder amulet een soort sleutel is voor een slot, is Algiz de master sleutel die op elk slot past, en alle amuletten met elkaar verbindt. Volgens mijn journaal heeft jou amulet meer dan 300 jaar gewacht om weer een hoeder te vinden. We dachten eigenlijk dat Algiz in die tijd verloren was gegaan. Ik vind het een eer om jou met Algiz in mijn tent te mogen ontvangen. ”

“Een eer!” stamelde Marko “Maar waarom dan. Wat moet ik dan of wat kan ik met deze Amulet?”

Jordyn draaide zich weg van Marco en greep een stapel stoffige boeken uit een kist die achter in de tent stond. één voor één las hij de kaft en lege hij ze op een andere stapel. totdat hij een boekje in zijn handen over hield met een leren kaft. hij sloeg het open en sloeg de bladzijden een voor een om.

“Tijdens mijn training bij mijn oude meester heb ik in dit boekje alles opgeschreven wat ik over mijn amulet heb geleerd,” begon Jordyn terwijl hij het boekje op hield. “Apart van mijn journaal dat ik voor Uruz heb. In dit boekje staat wat mijn meester me vertelde over de andere amuletten. Jij hebt nog geen eigen journaal voor Algiz, dus het is belangrijk dat je zelf een journaal gaat bijhouden. Schrijf alles op wat je ontdekt over Algiz en de andere amuletten. Eigenlijk begint jouw verhaal al met je droom over Gabriël en Uruz, en alles wat hij je daarin heeft laten zien. Daarna natuurlijk het vinden van Algiz en je ontmoeting met mij hier. Heeft Gabriël je nog meer verteld over de amuletten in je droom?”

Jordyn bedacht zich en pakte van een andere stapel nog een ander boek met een leren kaft dat leek op het journaal over Uruz. “Hier heb ik een leeg journaal voor je, Hierin kun je al je ervaringen met Algiz opschrijven en tekenen. Doe dat zo uitgebreid mogelijk zodat het een mooi naslagwerk wordt voor jou en de dragers van Algiz na jou”.

Marco fronste nadenkend. “Volgens Gabriël zijn de amuletten gesmeed met het vuur van draken, maar dat kan natuurlijk niet echt. Draken bestaan toch niet? Hij zei ook dat we in mijn droom niet ver waren van de plek waar de smid werkte en de amuletten werden gemaakt.”

Jordyn glimlachte. “Of draken echt bestaan hebben, weet ik niet. Maar ook in mijn journaal staat dat de amuletten zijn gesmeed met drakenvuur. Vroeger beschreven mensen dingen vaak symbolisch. Het zou best kunnen dat ‘drakenvuur’ eigenlijk een super heet vuur betekende, misschien zelfs uit een vulkaan. Soms moet je wat de voorgangers hebben geschreven dus ook niet te letterlijk nemen. Maar goed, wie zijn wij om te beweren dat draken niet hebben bestaan, er is meer dan genoeg over geschreven.”

Jordyn bladerde blad voor blad door het boekje. “Neem dit boekje en het lege journaal mee Marco, Ik denk dat je er veel uit kunt leren van de amuletten, en de houders. Ik heb mijn E-mail adres achter in staan als je vragen heb mag je mij altijd mailen, en ik ben ook zeer benieuwd naar je ervaringen met Algiz.”

“Waauw, Dank je wel Jordyn. Ik zal het allemaal aandachtig lezen” zij Marco enthousiast. Toen hij het boek en journaal wilde aanpakken van Jordyn lag net een bladzijde open met een tekening van een vrouw. Marco liet van schrik het boekje uit zijn handen vallen.

“Die vrouw heb ik ook in mijn droom gezien” sprak hij verschrikt. “Die mantel met de veren, Dat was een vrouw die bij een zuil stond midden op het marktplein. Hoe kan dat nou?”

Jordyn pakte het boekje op van tafel en bekeek de tekening goed. “Aaah, zei hij dat is Freya! ze word altijd beschreven als een engelachtige verschijning, meestal in een groene of blauwe jurk versiert met edelstenen en veren van de valk”

“Ja, dat klopt.” beaamde Marco. “Ze stond in mijn droom op het marktplein een zuil met tekeningen te bekijken. We groette maar verder gebeurde er niets.”

“Interessant Marco, dan denk ik dat je ook heb gedroomd de dag dat Gabriël en Freya elkaar ontmoetten. Dat is waarschijnlijk dan ook een van de laatste dagen geweest dat Freya Houder was van jou Algiz. Zo te zien heb ik in mijn boekje verder niets geschreven wat er met Freya is gebeurd, of waarom Algiz niet meer bij Freya was. Meestal betekend dit dat de houder is overleden, maar volgens mij is daar niets verder over bekend.”

Ome Johan en tante Yvette luisterden aandachtig mee met wat Marco en Jordyn elkaar vertelde ze voelde duidelijk dat de 2 amulet dragers een klik hadden. Hun onderlinge gesprek werd steeds verder onderbouwd met drukker wordende handgebaren.

“We moeten zo onderhand terug naar het plein Marco,” onderbrak ome Johan. “De anderen wachten waarschijnlijk al op ons op het terras, en eigenlijk lust ik zelf ook wel wat drinken.”

“Ok, ja ik ook wel.” knikte Marco. het drietal maakte aanstalte om te vertrekken.

Marco draaide zich ineens om. “Jordyn? Ik heb nog zoveel vragen.”

“Dat snap ik heel goed Marco. Ik ook aan jou, en ik kan je ook nog veel van de amuletten vertellen. Ik sta nog de hele week op het festival dus als je zin heb mag je altijd langs komen. En je heb mijn E-mail adres. Maak daar ook gebruik van. De amuletten en de kennis zijn wel heel oud, maar de ontwikkeling van techniek heeft niet stil gestaan. De antwoorden komen, en luister naar Algiz. Algiz zal je begeleiden en helpen in je intuïtie, en in je dromen. Ik denk dat je voor nu meer dan genoeg informatie heb gekregen om te verwerken, En ik zie dat het je allemaal best veel doet. Neem je tijd om het allemaal een beetje te verwerken, en we houden in ieder geval contact via de mail.”

Marco, ome Johan en tante Yvette bedankte Jordyn vriendelijk voor het boek en alles wat hij verteld had, en schudde hem om de beurt de hand.

Marco was diep onder de indruk van wat Jordyn hem allemaal verteld had over de amuletten en hun geschiedenis. Hoewel hij ook erg nieuwsgierig was naar wat er allemaal geschreven was in het boek had hij nog wel even wat tijd nodig om te verwerken wat Jordyn hem allemaal al had verteld. Met het boek en het journaal stevig in zijn handen liep het drietal richting het terras waar Oma en Tessa al even zaten.

Ome Johan en tante Yvette waren druk aan het praten. Ze probeerden samen een verklaring te vinden voor alles wat er in de tent was gebeurd. Marco’s droom, het vinden van Algiz, en de ontmoeting met Jordyn — het leek allemaal te veel om toeval te zijn. Op het terras zagen ze oma al zitten met Tessa. Ze liepen naar hen toe, pakten een paar extra stoelen en schoven die aan. Toen ze gingen zitten, keek Tessa Marco nieuwsgierig aan. “En Marco?” vroeg ze met een grote glimlach. “Heb je iemand gevonden die iets wist over je amulet?”

“Jazeker!” zei Marco enthousiast. Zijn ogen straalden. “Weet je nog mijn droom over Gabriël en zijn amulet? Nou, op de markt hebben we Jordyn ontmoet. Hij is nu de drager van Uruz, datzelfde amulet. Hij had zelfs een journaal waarin alle eerdere dragers beschreven staan. En Gabriël? Hij stond daar ook gewoon in! Hij droeg het amulet zo’n driehonderd jaar geleden.”

“Wauw,” zei Tessa vol bewondering. Haar ogen werden groot terwijl ze naar het journaal op de tafel keek. “Dat is gewoon niet te geloven.”

“En heeft hij je ook iets verteld over jouw amulet?” vroeg zijn moeder nieuwsgierig. Ze leunde iets naar voren, duidelijk geboeid door Marco’s verhaal.

“Ja!” zei Marco, terwijl hij het boekje en het journaal op tafel legde. Zijn handen trilden een beetje van opwinding. “Hij heeft me van alles verteld, en dit boek gegeven. Het gaat helemaal over de amuletten. Wist je dat Freya, zo’n driehonderd jaar geleden, de laatste drager van Algiz was? Daarna is het spoor van het amulet verloren gegaan. Sommigen dachten zelfs dat het vernietigd was, maar dat kan ik als het goed is allemaal teruglezen in het boekje.” Hij pauzeerde even, pakte het lege journaal erbij en hield het omhoog. “Jordyn heeft me ook nog dit gegeven. Ik moet zelf een journaal bijhouden over mijn amulet, Algiz.”

Tessa knikte instemmend. “Ik bedoel, een verloren amulet klinkt toch wel een beetje gevaarlijk, of niet? Wat als er een reden is dat het spoor is verdwenen?” Haar stem was zacht, alsof ze het liever niet hardop wilde zeggen.

“Daar heb ik nog niet over nagedacht,” gaf Marco eerlijk toe, terwijl hij zijn vinger over de kaft van het boek liet glijden. “Maar ik voel dat dit belangrijk is. En Jordyn zei dat het amulet een nieuwe drager heeft gevonden met een reden. Dat moet wel goed komen.”

Oma glimlachte voorzichtig, haar ogen zacht en zorgzaam. Ze legde haar hand op Marco’s arm en gaf een bemoedigend kneepje. “Dat geloof ik ook, jongen. Je bent slim en dapper, dat weet ik. Maar beloof me dat je goed nadenkt over alles wat je doet, goed?”

“Ik weet het allemaal nog niet.” Zuchtte Marco terwijl hij verder onderuit zakte op de stoel “Ik weet nog niet zo goed wat ik er allemaal mee moet. Ik heb nog zoveel vragen ook. Waarom is deze amulet bij mij gekomen? Wat is mijn rol met deze amulet? Waar zijn de andere amuletten? Wat doen ze? “En hoe heten ze?”

“Ik vond het al heel bijzonder dat we Jordyn tegen kwamen die zoveel meer wist van de amuletten.” vulde Yvette aan. “Als je wil en als het mag van je moeder kun je morgen wel een van onze fietsen pakken en zelf naar het festival fietsen. Je kunt dan in ieder geval nog een keer met Jordyn spreken. Als je dat wil kan ik of je ome Johan dan vast nog wel met je mee.”

“Als we vanmiddag weer thuis zijn zal ik het boekje van Jordyn eens goed doorlezen. Ik hoop dan dat wat vragen duidelijk worden, en ook wat er allemaal met de amuletten is gebeurd.”

“Ik denk dat dat een heel goed idee is Marco!”, vulde Ome Johan aan. “Je kunt Jordyn dan ook betere vragen stellen. Ik ga wel mee dan. Eigenlijk ben ik daar ook wel erg nieuwsgierig naar allemaal. maar nu eerst wil ik wat kouds te drinken.” Ome johan wenkte de bediende van het terras en bestelde voor eenieder een nieuwe ronde drinken.

Hoofdstuk 13 – Jagers


“Wil het lukken met het zonnepaneel?” riep Mireille naar Bart, terwijl zij en Vera lachend en huppelend bij de camper aankwamen.

Een geïrriteerde “NEE!” galmde vanaf het dak van de camper. Bart zat gehurkt naast het zonnepaneel en keek met een verbeten blik naar de bedrading. “Ik wil de stroom doormeten, maar mijn multimeter is nu ook stuk! Ik kan het gewoon niet maken! Zonder die meter weet ik niet wat er mis is, en ik kan zo niet zien waarom de accu’s niet opladen. Ik vermoed dat de laadregelaar stuk is, maar ik kan het niet testen nu”

“Nou, als je er nu niets aan kunt doen, kun je net zo goed even meegaan naar de markt,” stelde Mireille voor. Ze zette haar handen in haar zij en keek omhoog naar hem. “Daar zijn Tessa, Marco en de rest ook. Je kan het toch niet oplossen zonder de juiste spullen.”

“Ik heb Vera mee om een middeleeuwse jurk aan te trekken,” voegde ze er enthousiast aan toe. “We gaan vanmiddag mee met een kar in de parade!”

Bart zuchtte diep en leunde even achterover, zijn frustratie duidelijk zichtbaar. “Misschien,” mompelde hij meer tegen zichzelf dan tegen Mireille. “Misschien heeft je ome Johan nog zo een multimeter liggen die ik kan lenen. Dat zou alles oplossen.”

Nadat Mireille een mooie middeleeuwse jurk had aangetrokken in de camper, en Bart van het dak was af geklommen, ging het drietal gezamenlijk terug naar het festival.

Op het terrasje was Marco door zijn boek aan het bladeren, en las hij over de amuletten, runetekens toen Vera enthousiast met Mireille aan haar hand, en Bart in hun kielzog aan kwam rennen. Hoe meer hij erover las, des te sterker hij het amulet om zijn nek voelde gloeien.

“MAM!” gilde Vera boven het festivalgeluid uit, en haalde daarmee Marco uit zijn concentratie.“Hoe vind je mijn jurk?”

“Ooow, die is prachtig Vera, je bent zo precies een middeleeuwse jonkvrouw,” antwoordde Tessa. Marco keek op uit zijn boek, zijn vingers streken onbewust over de amulet om zijn nek, die op dat moment warmer leek dan ooit. In zijn gedachten zag hij een flits van het oude kasteel uit zijn droom en de pilaar waar Freya bij stond. Hij schudde zijn hoofd om de visioen te verdrijven. onbewust draaide hij zijn hoofd naar het chateau en de marktplaats. Een heldere gloed trok zijn aandacht op het midden van het plein.

nog voor de rest kon antwoorden, stond Marco resoluut op en excuseerde zich bij de anderen. “Ik moet even naar de wc,” zei hij, maar in plaats daarvan liep hij snel terug naar het festivalterrein, in de richting van de gloed. Met een kloppend hart begon hij steeds sneller te lopen, een weg banend door de mensenmassa. De gloed leek hem aan te trekken als een enorme magneet.

Hij stopte abrupt, en stond vastgenageld aan de grond. Toen de mensen voor hem begonnen plaats te maken zag hij in het midden van de gloed een pilaar staan.

“Dit kan niet!”, Mompelde hij in zichzelf. Hij herkende de pilaar terug uit zijn droom. De pilaar met de runes waar Freya naar stond te kijken. Marco stond op een paar meter afstand, maar de wereld om hem heen leken alleen nog te bestaan uit Marco, de pilaar en de gloed die hen omsloot. het was alsof er geen andere mensen meer waren, en geluiden meer van het drukke festival. Hoe langer dat Marco naar de pilaar keek hoe meer hij zich met de pilaar leek te verbinden. De runentekens op leken ook bijna tot leven te komen. het was net alsof ze een pulserende kracht leken uit te zenden naar Marco en de amulet om zijn nek. Het was net als of alles lichter werd, en helderder.

“Ik wist dat ik je hier zou vinden.” klonk ineens de stem van Jordyn naast hem. “Ik zag de gloed op de pilaar ook, en moest ook komen.

Jordyn glimlachte naar Marco. “Je vertelde mij net in de tent al over een pilaar, bij een kasteel. Ik ga er vanuit dat dit de pilaar is waar je ook Freya zag. Klopt toch?”

Nog steeds gehuld in onder de gloed kon Marco alleen knikken en “Ja, dat klopt helemaal” zeggen.

“Zie je dat ook Jordyn? Het lijkt net alsof de runetekens gloeien en bewegen”

“Jazeker Marco. In het boek, van jou nu staat ook dat de smid hier, bij het château, deze amuletten smeedde. Misschien komt daar die connectie vandaan. Ik ben vaker hier op het festival geweest maar dit is voor mij ook voor het eerst dat de pilaar nu zo oplicht. Het lijkt alsof de pilaar ontwaakt is door jouw aanwezigheid, samen met Algiz.”

Ineens voelde Marco zich niet lekker worden. Een ijskoude leegte kroop door zijn lichaam. Het energieke gevoel van eerder vloeide weg, alsof een onzichtbare kracht het uit hem trok. Het blije gevoel dat hij eerst ervoer, maakte plaats voor een intense Angst. In zijn ooghoek merkte hij een schaduwachtige donkere gedaante op.

De man stond roerloos, bijna alsof hij deel uitmaakte van de schaduw. Zijn versleten hoodie hing los om hem heen, de rafels aan de randen bewogen nauwelijks. Zijn ogen, verborgen in de schaduw van de capuchon, leken licht te absorberen in plaats van terug te kaatsen.

Marco’s blik naar de man werd verbroken doordat Jordyn direct voor hem ging staan.

“Marco, blijf bij jezelf,” zei Jordyn met een ernstige toon. “Lage energieën voeden zich met twijfel en angst. Laat hem je niet beïnvloeden. Er zullen altijd mensen zijn die je uit je hoge energie willen halen. Mensen die een slechte invloed op je hebben, en alleen maar uit zijn op eigen gewin.”

Jordyn pakte Marco bij zijn arm, en samen liepen ze terug in de richting van het terras.

“Wat gebeurde er net?” vroeg Marco met een bibberende stem aan Jordyn.

Jordyn stopte met lopen en glimlachte naar Marco.

“De energie die we net bij de pilaar zagen is van een hele hoge frequentie, dat zie je dan ook als helder en wit licht. Daarbij voel je je goed, blij, en sterk. Energie met een lage frequentie zie je eigenlijk komen als donkere tinten voor. Deze hebben de gewoonte hogere energieën leeg te slurpen. Je voelt je dan ook letterlijk leeg lopen en moe worden. Pas op voor deze energieslurpers ze kunnen je helemaal leeg trekken.”

“Je kent dat vast wel, hoe je je voelt als iemand ruzie met je zoekt, of iets heel verdrietigs heb mee gemaakt. Het kan dan soms ook heel lang duren voor je je weer een beetje normaal voelt. In het boek dat je nu heb staan verschillende technieken om je te beschermen, en als zoiets gebeurt sneller te herstellen.“

Marco vond dat hij toch nog verder moest vragen over wat er net gebeurd was. “Maar wie was die man nou?”

“Zoals je nu weet, zijn er vijf amuletten, en met jou erbij ook weer vijf houders. Met zijn vijven zijn we eigenlijk zo ook de beschermers van de elementen. In de geschriften is ook wel gesproken over jagers die de amuletten willen gebruiken voor hun eigen belang. Ik kan me niet herinneren uit de recente geschiedenis dat we een jager zijn tegen gekomen. ”

Jordyn liep met Marco naar het terras en de rest van de familie terug.

“Weet je wat Marco,” zei Jordyn net voor ze bij het terras aankwamen. “Neem jij het boek vanavond of morgen nog wat door, en schrijf op welke vragen je hebt. Ik ga vandaag ook nog verder uitpluizen in mijn boeken en schriften, wat ik allemaal kan terugvinden over Algiz.”

“Ik moet weer terug naar mijn tent, ga wat verse limonade drinken of zo, dan voel je je snel weer wat beter. Ik hoop je later deze week nog eens terug te zien.”

Nog wat beduusd ging Marco weer terug zitten op zijn stoel bij de familie, en dronk zijn glas drinken leeg.

“Natuurlijk heb ik een multimeter liggen thuis Bart.” antwoordde Ome Johan tegen Bart. “Kom straks ook met jullie camper naar ons toe, Daar kunnen jullie de camper ook neerzetten om te overnachten, en kan ik met je naar je zonnepanelen kijken. Vorig jaar heb ik op mijn schuur zelf een aantal panelen geïnstalleerd.”